Een stoom-tramway.
De naam dien wij hier neêrschrijven, is niet zeer juist, daar de nieuwe uitvinding van den heer Belpaire, inspecteur-generaal van de belgische staatsspoorwegen, slechts in zoover op een tramway gelijkt, dat de inrichting van den personenwagen veel overeenkomst daarmeê heeft, en de tijdstippen van vertrek alsmede het goedkoope van de tramway-inrichting zijn overgenomon. Het gronddenkbeeld waarvan de heer Belpaire is uitgegaan is het volgende:
Buurttreinen en treinen welke van het eene gedeelte eener stad naar een ander loopen, moeten, willen zij voor het publiek wezenlijk vruchton afwerpen, dikwijls op en neêr loopen en daarbij op gestelde tijdstippen vertrekken. Een treffend voorbeeld daarvan zag hij in den Metropolitan Railway van Londen, over wiens lijnen alle drie minuten een trein loopt. Het publiek, dat weet dat het nooit meer dan 3 of 4 minuten te laat komt, maakt er dan ook veel gebruik van.
Elke andere maatschappij kon echter niet doen wat de Metropolitan deed, omdat de kosten aan het exploiteeren van een trein verbonden, te groot zijn dan dat de opbrengsten deze zouden kunnen dekken. Om aan dien toestand een einde temaken, vond de heer Belpaire een wagen uit die zijn eigen, gemakkelijk in, beweging te zetten, machine had. Het lag niet in de bedoeling van den uitvinder om zijne machine voor iets anders in de plaats te stellen, hij heeft alleen een nieuw vervoermiddel willen maken, dat aan de voorwaarden voldeed die hij daarbij op het oog had en van welke wij hier boven eene korte beschrijving gaven.
Wij willen daarmeê alleen zeggen, dat de uitvinding van den belgischen inspecteur in 't geheel niet ten doel heeft, om in de plaats te treden van gewone spoorwegen, maar alleen om dienst te doen als buurttreinen en voor het vervoer van het eene punt eener stad naar het andere. Met andere woorden, het is het tramway-stelsel op den spoorweg toegepast. De geheele inrichting is zoo eenvoudig, dat wij bij de gravure die wij er van geven, eene verklaring onnoodig denken.