land. Engeland heeft zijne ontzaglijke vloten, Rusland zijne tallooze legerscharen, Turkije leger en vloot beiden op voet van oorlog gebracht, en de kleinere staten - Griekenland, Rumenië en Servië - volgen trouw het voorbeeld hunner machtiger naburen na. Wat zal de dag van morgen ons brengen? vrede of oorlog? Wie kan zulks met zekerheid zeggen! Zeker is het intusschen, dat in heel Europa eene spanning heerscht die de vlucht van handel en nijverheid verlamt en op den duur misschien even noodlottig werkt als een wezenlijk gevoerde oorlog.
De hoofdrol in het oostersche vraagstuk speelt gewis Rusland, dat zich opgeworpen heeft als de verdediger en de beschermer der Kristenen in de turksche provinciën; ook Oostenrijk speelt in deze moeielijke zaak een der voornaamste rollen, maar - tegen wil en dank. Het wordt meêgesleept in eene beweging waar het 't liefst buiten zou blijven, want hoe de kwestie ook opgelost Worde, altijd zal Oostenrijk de lijdende partij zijn. Gaat het samen met Rusland dan werkt het meê om zijn jaloerschen nabuur nog machtiger te maken; keert het Rusland den rug toe, dan maakt het zich hem tot vijand. Tracht het Scylla te ontzeilen dan vervalt het in Charibdis: de keuze is voor het toch reeds zoo verzwakte rijk verre van aangenaam. Oostenrijk is lid van den fameuzen driekeizersbond en gaat als zoodanig nog met zijne kollega's mede. Maar hoe? Een fransch blad karakteriseerde dit onlangs zeer geestig en juist toen het zeide: ‘Oostenrijk gaat met Rusland en Duitschland samen als - een gevangene tusschen twee policie-agenten.’
Wij geven in afwachting eener oplossing quelconque van de oostersche kwestie voorloopig bij de portretten eene korte schets van de groot - kanseliers van Rusland en Oostenrijk, prins Gortschakoff en graaf Andrassy.
De russische staatslieden zijn ten allen tijde bekend geweest als fijne en doorslepen diplomaten; onder deze is prins Gortschakoff gewis een der voornaamste. Zijn scherp oog, lange ervaring en juiste kennis van de europeesche toestanden doen hem steeds het rechte oogenblik kiezen om zijn slag te slaan en zijn vaderland in macht, grootheid en invloed te doen winnen. Ofschoon een grijsaard van 78 jaren, is hij nog krachtig naar lichaam en geest en rekent hij de vermoeienissen niet aan zijn veelomvattenden werkkring verbonden. Gesproten uit eene familie van diplomaten, trad hij ruim eene halve eeuw geleden (1824), als secretaris aan de ambassade te Londen, in het staatkundig leven op. Aan verschillende europeesche hoven (Florence, Weenen, Stuttgart) maakte hij zijne leerschool. Bij het uitbreken van den Krimoorlog bevond hij zich op nieuw te Weenen, waar het hem echter niet mocht gelukken Oostenrijk tot een bondgenootschap over te halen. Op zijn aandrang werd echter twee jaar later (maart 1856) het verdrag van Parijs door den ezaar aangenomen. De slimme staatsman begreep, dat het toen 't rechte oogenblik niet was om zeer moeielijk te zijn en rekende er op, later, bij gunstiger gelegenheid, de voor Rusland vernederende voorwaarden te zullen kunnen vernietigen. Dat gunstige tijdstip kwam in 1871, toen Frankrijk, de voornaamste onderteekenaar van het parijzer verdrag, machteloos aan Pruisens voeten lag. Gortschakoff was inmiddels minister van buitenlandsche zaken en kanselier geworden, en als zoodanig hief hij in het genoemde jaar de voor Rusland ongunstige bepalingen van het verdrag van Parijs eenvoudig op. De daarop gevolgde conferentie van Londen wilde of durfde Rusland niet dwarsboomen en sedert slaat dit land den hoogsten toon aan in het koneert der europeesche mogendheden. Dit is er niets op verminderd, sinds de oostersche kwestie weêr op den voorgrond is getreden.
Graaf Jules Andrassy, de tegenwoordige grootkanselier van de oostenrijk-hongaarsche monarchie, werd den 8 maart 1823 te Zemplin geboren. Door veelvuldige reizen vormde hij zijne opvoeding. In 1848 werd hij tot volksvertegenwoordiger van zijne geboortestad gekozen en hij wierp zich toen in de revolutionaire bewegingen van dien tijd. Toen deze echter in Oostenrijk-Hongarië onderdrukt waren, was hij genoodzaakt zijn vaderland te verlaten en verbleef hij beurtelings in Frankrijk en Engeland. De algemeene amnestie van 1857 vergunde hem weêr naar zijn land terug te keeren. In 1860 tot lid van den hongaarschen Rijksdag gekozen, nam hij er plaats onder de partij van Deàk. Later (in februari 1867) werd hij ministerpresident van het hongaarsche ministerie, tot hij na het aftreden van Von Beust eindelijk de hoogste waardigheid in de oostenrijk-hongaarsche monarchie verkreeg, die van groot-kanselier.
Andrassy bezit onmiskenbare diplomatische talenten, maar het is zeer de vraag of hij zal opgewassen zijn tegen het kritieke van den toestand waarin Oostenrijk verkeert, ten gevolge van nijpend geldgebrek, onderlinge verdeeldheid en de gevaren welke uit het gevaarlijke oostersche vraagstuk voortvloeien.
Kort geleden is te New-York het eerste groote aquarium van de Vereenigde-Staten geopend. Het geheel is een indrukwekkend gebouw, twee verdiepingen hoog en eene oppervlakte hebbende van 20.000 vierkante voeten. Dit aquarium is ongetwijfeld een der merkwaardigste en volledigste der wereld.
Door eene met tropische planten bewassen dreef komt men voor het hoofdportaal. Naar de noordzijde ziet men het aquarium voor allerlei visschen en vreemdsoortige zeedieren; naar de oostzijde strekt zich een groot bassin uit, waar de groote zeevisschen, als haaien en zaagvisschen, door het water schieten; meer naar het westen bruist en stort een waterval in een groot bekken, waarin zeeleeuwen en robben huizen, terwijl zich in een afzonderlijk meer een walvisch bevindt. Eindelijk vindt men naar de zuidzijde een zestigtal kleine aquariums, gevuld met allerlei soort van zee- en riviervisschen, waarin voor het meerendeel de kunstmatige vischteelt wordt uitgeoefend.
De aquariums zijn van baksteen, ijzer en dikke glasplaten samengesteld en aan de achterzijde door groote gasvlammen verlicht. Grootsch, dikwijls verschrikkelijk is de indruk welken het aanschouwen der vele vreemdsoortige, reusachtige en gedrochtelijke visschen en zeemonsters op den bezoeker maakt. Men kan ze bespieden in al hun doen en laten, in hun onderlingen strijd, als bevonden ze zich op den bodem van den oceaan.
Reeds den eersten dag van de opening van het aquarium had er een ongeval plaats, dat, zonder noodlottige gevolgen te hebben, nochtans veel van zich deed spreken - het breken der glasplaten van een der kleinere aquariums namelijk. Een aantal bezoekers had zich voor een aquarium vereenigd, waarin zich palingen, zeedraken en meerder vreemdsoortige visschen bevonden. Plotseling deed zich een geweldige slag hooren: een der dikke glasplaten springt aan stukken en werpt met een al te frisschen waterstroom de spartelende waterbewoners over de verraste en verschrikte toeschouwers uit. In een oogwenk bevonden de visschen zich buiten, maar de bezoekers zich in het water. Deze laatsten kwamen er gelukkig af met een nat pak, eene minder wolkome aanraking met de aquariumbewoners en den schrik. Onze gravure stelt een en ander aanschouwelijk voor.
Wij, bewoners van noordelijk Europa, kunnen ons geen denkbeeld maken van de allesvernielende kracht der orkanen die soms in de keerkringslanden woeden; onze hevigste stormen zijn als zachte zuidewindekens, bij die vreeselijke cyclonen, welke in weinige uren tijds geheele landstreken verwoesten en bloeiende gewesten in eene dorre woestenij herscheppen, waar vernieling en dood huizen. Wij zullen onze lezers een denkbeeld trachten te geven van de vernieling welke een orkaan in het verre zuiden kan aanrichten, door eene beschrijving van de verschrikkelijke cycloon, die den 31 october jl. een groot gedeelte van Bengalen verwoest heeft.
Bengalen is eene schoone en vruchtbare provincie van Engelsch-Indië; groote en prachtige steden met hare duizenden pittoreske huizen en altijd drukke en woelige straten, waar bijna alle volkeren der aarde elkander ontmoeten, spiegelen zich in de blauwe wateren van de golf van Bengalen, of zijn meer binnenlands gelegen, omringd van schoone heuvelen en groene dalen, waar de breede kruin van den ranken palmboom op den adem der zoele windjes op en neêr wordt bewogen en uitgestrekte maïs-, rijst- en suikerrietvelden de oogen van den reiziger verrukken, of de dichtbegroeide en sombere bosschen aan het land een zwaarmoedig, romantisch karakter geven. Over dat heerlijke gewest dreef de engel des verderfs en des doods heen in de gedaante van een vreeselijke cycloon, en waar hij was voorbijgegaan, waren bloeiende velden en volkrijke steden veranderd in een akelig tooneel van jammer en verwoesting.
Het was, zooals wij zeiden, de 31 october. Onbewust van gevaar was vóór dien dag alles in het liefelijk Bengalen leven en bedrijvigheid, want hoewel de orkanen in deze gewesten niet zeldzaam zijn, om dezen tijd van het jaar komen zij bijna nooit voor. De natuur was stil, maar eene stilte als die des doods, eene akelige stilte, die verderf en jammer voorspelde. Geen windeke bewoog zich aan den strakken, koperkleurigen hemel; de pluimen der dadel- en kokosboomen hingen onbewegelijk om den ranken, geschubden stam; de hitte was onverdragelijk, en mensch en dier hadden een bang voorgevoel van een naderend ongeluk. Plotseling veranderde hot tooneel; nog was het stil op de aarde, maar aan den hemel verhieven zich onheilspellende wolken, uit het noorden en het zuiden, uit het oosten en het westen, en boven in de lucht stieten zij op elkander als vijandelijke legerscharen die op elkaar aanstormen. Kronkelende, bloedroode bliksemstralen scheurden den homel vaneen, gevolgd door ratelende donderslagen als het losbersten van honderden kanons. Eene onnatuurlijke, onheilspellende duisternis daaldo op de aarde neêr: het werd nacht op vollen middag.
Eensklaps wordt het ratelen van den donder overstemd door een nog oorvordoovender geraas: het is de orkaan die losborst en als een onweêrstaanbare stortvloed aanrukt. De zee schuimt en loeit; zij ontbloot hare afgronden, om hare kokende golven ten hemel op t.e werpen; als ware 't kinderspeelgoed worden de schepen door de wild woelende baren opgenomen of naar den afgrond geslingerd. Maar vooral op het land deed de cycloon hare verschrikkelijke uitwerksels gevoelen; met eene vaart van 240 kilometers in het uur, dat is eene snelheid viermaal zoo groot als die van een in vollen ren voortstoomenden sneltrein, jaagt zij voort, en waar zij voorbij ijlt, worden bosschen ontworteld, rotsen meêgesleurd, steden tetpuinhoopen gemaakt. De woningen stortten niet in, maar werden door den orkaan opgeheven en als tot gruis gemalen. Het was als één jammerkreet over het gansche land; met het huilen van den orkaan vermengden zich het ratelen van den donder en de jammer- en wanhoopskreten eener gansche bevolking. Het was duister als in een stikdonkeren nacht, en alleen de purperen bliksemstralen verlichtten bij wijle het onmeetlijk tooneel van jammer en dood met hun ijselijken gloed. En wat nog staande bleef, als door een wonder door den wilden orkaan gespaard, werd vernield door de aardbeving welke het noodweêr vergezelde. Het geheele gewest bood een onbeschrijfelijk schouwspel van wee en verwoesting aan; over het gansche land klonk één jammerkreet - die der stervende bevolking.
Onze schildering van de verwoesting door den gevreesden orkaan aangericht, moge sterk gekleurd zijn, toch overdreven wij niet. Eenige nadere aanduidingen mogen dit bewijzen, want al zijn de bijzonderheden van het treurtooneel nog niet volledig bekend, wat er ons reeds van