Torpedo's.
Op welke wijze kan men de grootste vernieling aanbrengen en hoe helpt men op de vlugste manier het grootst aantal menschen naar de eeuwigheid? Deze dubbele vraag tot oplossing te brengen, schijnt de taak te zijn, die de laatste jaren op zich genomen hebben. En de oplossing van dit vraagstuk zoekt men met zulk een koortsachtigen haast, dat nauwelijks een nieuw moord- en vernielingswerktuig is uitgevonden en beproefd, of een ander dat nog veel zekerder en vlugger werkt, staat op zijne beurt te wachten om beproefd te worden.
De torpedo of zoogenaamde watermijn is een van die vernielingswerktuigen, die ten doel hebben vijandelijke schepen in de lucht te doen vliegen. Reeds in het jaar 1801 nam Fulton, de uitvinder der stoombooten, de eerste proeven met de torpedo's, door op de reê van Hâvre oude schepen te doen springen, welke proeven volkomen gelukten.
Een tijdlang hoorde men niets meer van die vernielingswerktuigen, tot de Krim-oorlog ze weêr in herinnering bracht, vooral toen men begon in te zien, dat zij het eenige wapen waren tegen gekurasseerde schepen. Met kracht werd aan hare verbetering gewerkt, zoodat wij nu reeds twee soorten van torpedo's hebben: die welke ontploffen door aanvaring, en die welke door middel van een electrischen vonk ontstoken worden, zoodra zich een schip binnen haar bereik bevindt. Eerstgenoemden werken door middel van een glazen buiske gevuld met zuren, dat de ontploffing teweegbrengt zoodra het breekt, terwijl de anderen langs den electrischen weg ontploffen.
In den Krim-oorlog legden de Russen voor de reede van Kroonstadt torpedo's, om de engelsche vloot op een eerbiedigen afstand te houden, welk doel er echter in 't geheel niet meê bereikt werd, daar men te veel van de nieuwe uitvinding vergde, en de lading kruit te gering was, om de engelsche schepen ernstige schade toe te brengen.
De russische torpedo's bestonden uit holle ijzeren potten, in den vorm eener flesch, die met kruit gevuld waren en door middel van ankers tien à twaalf voet onder de oppervlakte van het water werden gehouden. Boven op het deksel was een rechtstaand glazen buiske aangebracht, gevuld met zwavelzuur. Zeilde nu een schip tegen dit buiske aan, dan brak het, goot zijn inhoud op een scheikundig mengsel en deed daardoor de lading ontploffen.
De Russen waren ook de eersten die beproefden de torpedo's door middel der electriciteit te doen ontploffen, doch het schijnt dat zij het niet tot eene practische toepassing hebben kunnen brengen. Van dit laatste toch komt de eer toe aan den oostenrijkschen baron Von Ebner.
Gedurende den italiaanschen oorlog in 1859 werden de hoofdkanalen van Venetië met torpedo's afgesloten, welke volgens het systeem van von Ebner vervaardigd waren, doch daar de fransche vloot den verwachten aanval niet deed, kon het ook niet uitgemaakt worden of zij zoo goed werkten als de uitvinder voorgaf.
Eerst in den strijd tusschen de noordelijke en zuidelijke Staten van Noord-Amerika bleek het, dat hare vernielingskracht zeer groot was. De bekende waterbouwkundige Maury en de scheikundige Abel waren door de gekonfedereerden belast met de inrichting der kustverdediging, waartoe zij torpedo's naar het systeem Von Ebner gebruikten. In weerwil dat de uitvinding nog in hare kindsheid was en dus alles behalve volmaakt, is het toch uit de officieele verslagen gebleken, dat niet minder dan vier en twintig schepen der noordelijke Staten door de torpedo's der zuidelijke zijn vernield geworden, terwijl negen zoo erg beschadigd werden, dat zij gedurende den oorlog onbruikbaar waren.
Op het laatst van den amerikaanschen oorlog werden er zoogenaamde torpedo-schepen gebouwd. De torpedo zelve was aan het einde van een langen staak, die aan het expresselijk daarvoor gebouwd schip was aangebracht, vastgemaakt. Die schepen kwamen in vorm veel overeen met eene reusachtige sigaar en waren veertig tot zestig voet lang. Zij hadden torpedo's van 50 pond lading en waren zoo ingericht, dat zij door de ontploffing niet beschadigd werden.
Toch hadden zij nog vele gebreken, en bij hunne toepassing kwamen deze duidelijk aan den dag. Ten eerste moet de torpedo-boot, wil zij niet van verre reeds door het vijandelijk schip opgemerkt worden, geheel en al beneden de oppervlakte van het water liggen en zonder veel moeite en beweging verplaatst kunnen worden; ten andere moet zij bestand zijn tegen geweer- en kanonkogels, ook tegen zware schoten, en moeielijk tot zinken zijn te brengen. Aan deze twee noodzakelijke voorwaarden voldeden de amerikaansche booten slechts ten deele, en in den regel werden zij ontdekt eer zij haar doel bereikt hadden.
Als verdedigingsmiddel bewezen de torpedo's echter uitmuntende diensten en waren een niet geringen steun voor de kustbatterijen, die de vijandelijke vloten den toegang tot havens en monden van rivieren moesten beletten. Het is toch licht te begrijpen, dat een fort of eene batterij het niet lang tegen het kruisvuur van monitors en gekurasseerde schepen kan volhouden, en juist de torpedo's gaven het middel aan de hand om de vijandelijke schepen op zulk een afstand te houden, dat het fort of de batterij buiten de draagwijdte hunner kanonnen bleef. Daarenboven werd er nog een ander doel meê bereikt, namelijk dat geen schip zulk een fort kon passeeren zonder beschadigd te worden, iets wat tot dan toe eene onmogelijkheid was, daar het genoeg bekend is hoe moeielijk het is, een op een afstand zeilend schip met een kogel te treffen.
De amerikaansche admiraal Porter erkende dit ten volle in zijne Mémoires, waarin hij o.a. zegt: ‘Het is voor een schip zeer gemakkelijk langs eene batterij te varen, vooral als het vaarwater genoeg diepte heeft. In geheel Noord-Amerika is niet één fort of het kan zonder gevaar gepasseerd worden, terwijl niet een enkel der tot heden aangelegde forten (februari 1865) in staat is eene sterke vloot tegen te houden, indien het vaarwater niet versperd is.’
Het hoofdvereischte voor eene torpedo is echter, dat zij op tijd ontploft, en juist omtrent dat punt hebben de heeren Maury en Abel, waarvan wij boven reeds spraken, hunne verbeteringen aangebracht. Zij vervaardigden hunne torpedo's van gesmeed ijzer en gaven ze den vorm van een cylinder. Zij worden geladen naar gelang der kracht die zij moeten ontwikkelen, en die welke het diepst onder de oppervlakte van het water liggen, hebben zelfs eene lading van vijfhonderd pond buskruit. Electrische draden stellen haar in verbinding met de twee waarnemingsstations op de kust, waar men ook aan een klein teeken de plaats kan zien, waar de torpedo ligt. Komt nu een schip in het kruispunt dezer vizierlijnen dan bevindt het zich vlak boven de torpedo en kan alsdan geheel vernietigd worden.
Om dit oogenblik met juistheid te kunnen bepalen, hebben de twee waarnemers elk een verrekijker, die op eene schijf, waaraan de positieve of negatieve geleidingsdraden verbonden zijn, zich heen en weer kan bewegen. De verrekijkers zijn daarenboven voorzien van eene naald, die met de vizierlijn een rechten hoek maakt en insgelijks met een der polen van de batterij verbonden is. Elke waarnemer heeft daarenboven een sleutel, waarmeê hij de geleiding kan sluiten of onderbreken.
Nadert nu een schip, dan sluiten de waarnemers de geleiding en volgen door hunne verrekijkers zijne bewegingen. Zoodra het vaartuig zich boven de torpedo's bevindt, draaien zij de naald van den kijker op de schijf rond en deze komt dan in aanraking met de punten waarmeê de torpedo's verbonden zijn; door die aanraking wordt de stroom gesloten, de electriciteit ontwikkelt hare werking en de ontploffing volgt oogenblikkelijk.
Over het algemeen geeft men echter de voorkeur aan de zoogenaamde contact-torpedo's, daar zij even zeker werken en minder voorzorg en oplettendheid eischen, terwijl men ze bovendien buiten de draagwijdte van de kanonnen der vijandelijke schepen kan aanleggen.