Geillustreerd nieuws.
Inhoud.
Turkije op het slagveld en op het veld der diplomatie. - Het doen springen der rotsen in de Eastriver nabij New-York. - Wedrennen in Hongarië.
‘Naar Servië!’ klinkt het voortdurend over de geheele uitgestrektheid van het reusachtige rijk van den ezaar, en honderden en duizenden russische vrijwilligers verlaten hunne haardsteden, om in het kleine vorstendom den gehaten Turk te bestrijden. Men kan echter niet zeggen, dat het servische leger veel geluk heeft met zijne russische wapenbroeders, en wanneer de russische diplomatie, gesteund door de ontzaglijke krijgstoerustingen in het rijk van den ezaar, de pretentiën van vorst Milan niet ondersteunde, zou het er met het overmoedige Servië slecht genoeg uitzien.
Nu moet Turkije echter bukken en verkeert het in de zonderlinge positie dat, hoe meer overwinningen zijne legers op het slagveld behalen, hoe dieper het Servië binnendringt, zooveel te verder het op het veld der diplomatie wordt teruggedrongen. Turkije is overwinnaar, maar het moet den vrede afsmeeken; zijne soldaten jagen bij elke ontmoeting den vijand op de vlucht, maar het moet eischen inwilligen, die zelfs een overwonnene tot wanhoop zouden brengen. Turkije heeft wel iets van een oorlogsbodem, die, op hetzelfde oogenblik dat zijne kanonnen de zee van vijanden schoonvegen, de vlag strijkt en zich op genade of ongenade overgeeft.
Maar wij zeiden het reeds, het machtige Rusland staat achter het overwonnen Servië, en het zenden van duizenden russische vrijwilligers naar het tooneel van den oorlog en de dreigende taal der russische diplomatie geven de Porte een wenk, zich nederig en klein te houden. Zij weet zeer goed dat de kozakken en andere russische soldaten die in het servische leger dienen, slechts de voorhoede zijn van het groote russische leger 'twelk alleen op een wenk van den ezaar wacht, om den Donau over te trekken en het turksche grondgebied te overstroomen. Het ministerie van den sultan doet dus al het mogelijke, om den geduchten noordelijken nabuur tevreden te stellen. Wee echter, zoo de nationale trots der Turken zich voorgoed mocht verheffen en hun geduld uitgeput raakt, want in dit geval heeft Europa een der bloedigste oorlogen te wachten, die gedurende deze eeuw ons werelddeel troffen.
Amerika wordt het land der grootsche scheppingen, het land der wonderen genoemd, en het is inderdaad verwonderlijk, welke reuzenwerken deze nog betrekkelijk jonge natie reeds heeft tot stand gebracht. Maar de Noord-Amerikanen deinzen voor geen krachtsinspanning, voor geene geldelijke opofferingen terug, wanneer zij eene groote onderneming willen tot stand brengen, overtuigd dat zij er nu of later dubbele rente van zullen trekken.
Een der reusachtigste ondernemingen is ongetwijfeld het doen springen der rotsen van Hell-Gate (Hellegat) in de East-river, die echter om hare breedte meer een zeearm dan een rivier is. Deze rotsen en ondiepten maakten de scheepvaart op de wereldstad New-York, welke in de laatste jaren zulk eene buitengewone uitbreiding verkreeg, zeer gevaarlijk. Behalve dat de schepen gevaar liepen op de blinde klippen te stooten en verbrijzeld te worden, veroorzaakten die rotsen eene zeer hinderlijke strooming in de rivier. Die hinderpalen voor de ontwikkeling en den bloei der koopstad New-York uit den weg te ruimen, was sedert vele jaren het doel der amerikaansche ingenieurs.
Eindelijk, in 1869, begon men de hand aan het werk te slaan; de generaal der genie Newton werd met het toezicht der werkzaamheden belast, en na een onafgebroken arbeid van zeven jaar waren de rotsen en klippen over eene oppervlakte van één hektaar geheel ondermijnd. Dat dit met recht een reuzenwerk mocht heeten, moge uit de volgende gegevens blijken:
Er waren in de rotsen in het geheel 4462 gaten geboord, waarin 28.901 pond dynamiet en 52.206 pond nytro-glycerine aangebracht werden. De ladingen stonden met elkander in verbinding door middel van galvanische draden, die eene gezamenlijke lengte van 100.000 voet hadden; op een afstand van 650 voet van de ondermijnde rotsen waren 23 batterijen aangebracht, uit 960 elementen bestaande, die door middel van 120.000 voet ijzerdraad met de onderaardsche mijnen verbonden waren. Het geheel was zoo ingericht, dat een enkele druk van den vinger op eenen knop de galvanische batterijen tegelijkertijd deed ontladen en met één slag de ontploffing moest teweegbrengen.
Zondag 24 september jl. zou het reuzenwerk zijn beslag krijgen. Ondanks den regen, die bij stroomen uit den hemel viel, waren dien dag duizenden en duizenden toeschouwers uit alle oorden van Noord-Amerika op de twee oevers van de East-river vereenigd en zagen met groote spanning den uitslag te gemoet. Honderden booten bewogen zich in de nabijheid, maar alle mogelijke voorzorgen waren genomen om onheilen te voorkomen en de nieuwsgierige menigte op een afstand te houden.
's Namiddags te drie uur verscheen generaal Newton met zijne familie en werd geestdriftvol door de Amerikanen toegejuicht. Met zijn dochterke van drie jaren aan de hand, begaf hij zich naar de plaats waar de batterijen opgericht waren. Eene ademlooze stilte heerschte onder het publiek; de generaal deed zijn dochterke op den knop drukken die de galvanische batterijen in werking moest brengen en een oogenblik later deed zich een lichte schok gevoelen en verhief zich een geweldige waterkolom in de lucht.
Het grootsche werk was voltooid en - volkomen gelukt. Rotsen en ondiepten waren verdwenen, de gevaarlijke strooming in de rivier bestond niet meer en de grootste schepen konden nu, bij 30 voet water, over het bij de zeelieden zoo slecht befaamde Hell-Gate heenstevenen. De haven van New-York is thans voor de zeeschepen van den grootsten diepgang toegankelijk.
Onze gravures stellen voor den arbeid in de mijnen en den aanblik der rivier op het oogenblik der ontploffing.
Er is wellicht geen volk ter wereld, buiten de Arabieren, dat meer aan zijne paarden gehecht is dan de Hongaren. De hongaarsche herder vooral heeft zijn paard lief, alsof het tot zijne familie behoorde; hij liefkoost het als ware het een huisvriend, en werkelijk is zijn paard zijn onafscheidelijke medegezel en trouwe geleider langs de onafzienbare steppen van de hongaarsche kroonlanden. Reeds eeuwenlang bestaan er in Hongarië uitgestrekte stoeterijen, waar honderden paarden verzorgd worden, die aan de hongaarsche edelen toebehooren, en waar men zich met iever op de veredeling van het paardenras toelegt.
Indrukwekkend is bovendien het gezicht 'twelk de duizenden ongetemde paarden opleveren, die in de onraetelijke heidevelden van Hongarië in hun wilden natuurstaat omdolen en met hunne herders of csiko's het geheele jaar door onder Gods vrijen hemel doorbrengen.
Even gehard ah de wilde paarden dier steppen zijn ook de herders. Zelfs in den winter versmaden zij het, hunne hutten op te zoeken en de sneeuw dient hun dan tot dekkleed.
Slechts bij buitengewone gelegenheden vereenigen de herders zich, en wanneer het najaar is gekomen, wanneer de groene steppen vaal zijn geworden en de rood bloeiende heide de somber bruine herfstkleur hesft aangenomen, komen zij in grooten getalle bij elkander op de plaats waar de hongaarsche edelen hen ten kampstrijd hebben uitgenoodigd en waar zij in het renperk de vlugheid en kracht hunner paarden beproeven zullen. Zulk een wedren, voor weinig tijd in de uitgestrekte vlakte ten zuiden van Budapest, de hoofdstad van Hongarië, gehouden, is op onze gravure afgebeeld en verdient om de eigenaardigheid van den nationalen kampstrijd eene nadere beschrijving.
In den loop van de maand october wilde een oostenrijksch groothertog bij een bezoek aan Budapest het schouwspel van een wedren van csiko's of hongaarsche herders genieten. Hij riep daartoe de csiko's van het district op en loofde een aantal prijzen voor de gelukkige overwinnaars uit; er was echter de bepaling bijgevoegd, dat de herders uitsluitend die paarden mochten berijden, welke eerst eenige dagen te voren gevangen en getemd waren.
Met geestdrift gaven de csiko's van den omtrek aan de oproeping van den groothertog gehoor: eene overwinning in de renbaan te behalen is reeds onder gewone omstandigheden eene groote eer, hoeveel te meer nu, daar de kampstrijd zou plaats hebben onder de oogen van een lid der keizerlijke familie.
Alvorens echter de herders in de renbaan konden treden, hadden zij nog een zwaren strijd te voeren tegen hunne paarden. Zij moesten ze onder de honderden in vrijheid in de heidevlakten rondzwervende dieren opzoeken, ze berijden en tam maken. Twee of drie dagen vóór den wedren begaven zij zich naar de steppen waar de wilde dieren zich ophielden; ieder der herders koos er zich een uit, 'twelk hem het meest geschikt toescheen voor zijn doel, wierp er zich op, en - eene hevige worsteling ving aan. Woedend wendde het paard zich in allerlei bochten om den ongewonen last van zich af te werpen; nu eens maakte het een verschrikkelijken sprong, dan weêr wierp het zich ter aarde om den stouten berijder te verpletteren; maar de csiko volgde al de bewegingen van het dier, klemde zich krampachtig aan de manen vast wanneer het zijne stoute sprongen maakte, wist zich behendig boven te houden als het zich over den grond wentelde, en bracht het eindelijk zoover, dat het woedende en schuimbekkende dier op de vlucht sloeg. De herder was nu zijn doel nabij; wel ging het nu in dollen loop voort over heuvelen en vlakten, maar eindelijk geraakte het dier uitgeput en stortte, door de geweldige inspanning afgemat, op den grond neder. De csiko kon het dier den toom aanleggen en voeren waarheen hij wilde.
Toen de dag van den wedren daar was, kwamen de in hunne schilderachtig nationaal kostuum gekleede herders op hunne nog wel vurige, maar toch gedweeë paarden aangereden. Zij hadden de eigenaardige hongaarsche rijzweep in de hand en hunne paarden waren ongezadeld. De lange renbaan was afgepaald en met vlaggen en wimpels versierd; duizenden toeschouwers waren reeds aanwezig en toen eindelijk ook de groothertog met zijn gevolg verschenen was, gaf een kanonschot het sein tot den wedren. Als een pijl uit den boog schoten de krachtvolle en vlugge hongaarsche paarden vooruit. Wolken stof vlogen omhoog, het geklap der zweepen vermengde zich met de aansporingen der ruiters en het gejuich der verrukte toeschouwers.
Hier en daar waren op de baan hindernissen opgeworpen - echt hongaarsche hindernissen, maar niets was in staat den vliegenden loop der moedige dieren tegen te houden, en de rossen der herders gaven bewijzen van eene vlugheid, een volbloed Engelsch of Fransch renpaard waardig.
Toen de voorste ruiter het einde van het renperk bereikt had, waar een escadron pandoeren of hongaarsche ruiters het opgewonden volk in bedwang hield, brak een storm van toejuichingen los en weerklonk een duizendstemmig Eljen! door de lucht. De stafmuziek van het in de hoofdstad in garnizoen liggend regiment deed zich hooren en de opgewondenheid der menigte bereikte haar toppunt.
Eenige oogenblikken later had de uitdeeling der prijzen plaats en ontvingen de gelukkige overwinnaars, wier borst meer van aandoening en fierheid dan van de vermoeienissen des kamps klopte, het eeremetaal uit de handen van den groothertog.
De overwinnende csiko's waren op de ontvangen belooning en den roem, door hen behaald, gewis trotscher en fierder dan de Franschman of Engelschman die den grooten prijs der Longchamp- of Derby-wedrennen behaalt.