kee zich in die dagen het hoofd heeft gebroken om den steen der wijzen, de oplossing der bestaande moeilijkheid te vinden.
Pulman heette de man die daarin mocht gelukken. Hij was namelijk op het denkbeeld gekomen om een nieuwe modelwaggon te maken, een waggon die een hotel in het klein zou zijn. Deze oplossing was zoo eenvoudig mogelijk, en toch, ook de uitvoering daarvan had hare moeilijkheden.
Tot een volledig hotel, op welken kleinen voet het ook ingericht is, behoort behalve een bed, waar men den nacht kan doorbrengen, eene table d'hôte, waar men den inwendigen mensch kan versterken, en deze beide voorwaarden na te komen is niet gemakkelijk vooral met het oog op de kleine ruimte, waarover men beschikken kan, en de eigenaardige moeilijkheden die zulk eene inrichting op den spoorweg van zelve meêbrengt.
En toch is Pulman volkomen gelukt.
Wij schreven aan het hoofd van dit artikel: ‘De salonwagen van Pulman,’ doch deden dit alleen kortheidshalve, daar de eigenlijke titel moest geweest zijn: De salon-, diner- en slaapwagen van Pulman. Men zal hieruit begrijpen hoe de uitvinding van Pulman in elkaar zit.
Elke waggon zou een klein hotel op zich zelven zijn, met eene gemeenschappelijke keuken, insgelijks eene vinding van Pulman, en zoo ingericht, dat de gasten zich in 't geheel niet zouden te beklagen hebben. En zoo is het werkelijk geworden.
De drie achterstaande gravures zullen wij tot uitgangspunt nemen, om een denkbeeld van Pulmans waggon te geven.
Van buiten gezien heeft hij niets merkwaardigs; alleen valt zijne grootte terstond in het oog. Van binnen echter is dat geheel anders. De ruimte wordt niet grootendeels gevuld door banken, waarop men met het gezicht naar elkaar gekeerd zit, maar terstond ziet men dat Pulman van den waggon een salon heeft willen maken, en hem dan ook in dien geest heeft gemeubeld. Onze middelgravure geeft er een gezicht op. Al vliegt de trein somtijds met eene snelheid van 50 mijlen in het uur, toch zit er de Yankee op zijn gemak zijn dagblad te lezen en zijn glas brandy te drinken.
Breekt echter de tijd van het diner aan, dan verschijnt Sambo, de zwarte hofmeester, en verzoekt de heeren zich eenige oogenblikken naar een anderen waggon te begeven, of als het schoon weêr is zich den tijd te korten met eene wandeling boven op den trein, om er het diner af te wachten.
Allen staan op, behalve natuurlijk de een of andere Engelschman, die zich door een neger de wet niet laat voorschrijven; doch Sambo stoort zich in 't geheel niet aan den trotschen zoon van Albion, die slechts den mond opent als hij aan tafel zit.
Met eene vaardigheid, die negers eigen is, wordt de salon herschapen in eene dining-room, en weldra geeft eene klok het teeken dat het diner begint. De afzonderlijke tafeltjes met de groote armstoelen zijn verdwenen en in de plaats daarvan staat men voor eene tafel, waar de spijzen en de bediening even keurig zijn, als men dat in het hotel de l'Europe te Antwerpen, of bij Segaert te Blankenberghe, kan verwachten.
Wel behoort er eenige oefening toe om bij het schokken van den wagen, al is dit dan nog zoo gering, te eten en te drinken zonder dat overhemd, vest en broek er hun deel van krijgen, doch reeds den tweeden dag is men hieraan gewoon, en doet men dat gewichtig werk met eene kalmte alsof men thuis zat.
Na het diner wordt men opnieuw verzocht zich te verwijderen en keert men eenige oogenblikken later terug, dan heeft men weêr de oude salon voor zich, waar men gezellig met elkaar den tijd doorbrengt.
Tegen den avond heeft echter de grootste verandering plaats. Wanneer een reiziger rustig aan 't quadrilleeren is geraakt, behoeft hij waarlijk geen driftig speler te zijn om, als hij de kaarten weglegt, tot zijn groote verwondering te bemerken, dat de salon, waarin hij dacht te zitten, eensklaps is veranderd in eene slaapzaal.
Langs beide zijden van den waggon zijn de bedden opgemaakt, door gordijnen van elkaar gescheiden, en men moet wel in het bezit zijn van eene ijzersterke natuur als het gezicht daarvan niet aanspoort de rust te gaan zoeken, die men zoo hard noodig heeft.
Het buitengewone mag u een oogenblik uit den slaap houden, doch spoedig is dit voorbij en gij slaapt even gerust als of gij thuis waart.
Intusschen vliegt de trein voort met eene snelheid die u, als gij het kondet zien, zou doen duizelen en 's morgens wanneer gij ontwaakt zijt gij honderden uren verder.
Zooals wij boven zegden, heeft de trein zeven dagen noodig om zijnen tocht af te leggen, doch de vorige maand werd er eene proef genomen om het vlugger te doen en duurde de reis dan ook niet langer dan 83 uren. Dit was echter onder zeer gunstige omstandigheden, die men voor een algemeenen regel niet tot basis nemen mag, doch de amerikaansche bladen hebben reeds den wensch uitgesproken dat, ten gevolge van de genomen proef, de zeven dagen tot vijf zullen worden ingekrompen.