Boudewijn met de Bijl.
Zoo was de schilderij van Julien Devriendt, in de tentoonstelling van Parijs, getiteld. Het is een levendig, ingrijpend tafereel en waarin de typen inderdaad rijk aan kracht en gevoel zijn. Boudewijn zit op zijn hoogen zetel, met de karakteristieke bijl in de hand, en staart gramstorig op een kerel van hooge gestalte, een baron, nog in zijn maliënkolder, doch ontwapend en gebonden en die door wachters in de rechtszaal wordt geleid. Welk is zijne schuld? Waarschijnlijk heeft hij het meisje niet geëerbiedigd, dat daar op de knieën ligt; waarschijnlijk heeft hij dien jongen man, met zijnen doek om het hoofd, den schedel gekliefd, op het oogenblik dat de verloofde zijne bruid tegen den laffen aanval verdedigde. Er is iets grootsch in die schilderij, en het geheel brengt ons voortreffelijk in dat lang verleden terug. De kunstenaar heeft gelijk zijne onderwerpen in onze eigene geschiedenis te zoeken: zij is rijk aan zielroerende tooneelen, vooral de geschiedenis der vlaamsche gewesten.