De facsimile-telegraaf.
Het denkbeeld om de telegrafie aan te wenden tot het verzenden van teekeningen en handschriften is niet nieuw, want reeds Caselli in 1867 en Meijer in 1873 hebben dit beproefd. Hunne toestellen zijn dan ook bij wijze van proef op verschillende telegraaflijnen in dienst gesteld, doch zoover wij weten, zijn hunne uitvindingen nog niet in algemeene toepassing gekomen.
Wat echter den Franschman en den Oostenrijker niet is gelukt, daarin schijnt de Amerikaan Sawyer volkomen geslaagd te zijn, en zijn facsimile-telegraaf, zooals hij zijne uitvinding noemt, heeft in de Vereenigde-Staten van Noord-Amerika reeds eene maatschappij gesticht om haar over geheel de Unie te exploiteeren.
Bij de afbeelding van het nieuwe toestel zullen wij onzen lezers een denkbeeld pogen te geven hoe de nieuwe uitvinding werkt:
De afzender schrijft zijn bericht op een formulier met een bijzonder scheikundig geprepareerden inkt, die op alle kantoren ten dienste van het publiek voorhanden is. Het beschreven papier wordt op een dunne metalen plaat gelegd en met deze tusschen twee walsen heenetrokken, waardoor het geschrevene op de plaat afgedrukt wordt.
Deze metalen plaat nu wordt op de oppervlakte van een hollen, metalen, halven cylinder gelegd, die een deel van het toestel uitmaakt waardoor het bericht moet verzonden worden. Op het kantoor waar het bericht moet aankomen, heelt men een zelfde toestel staan, welks halve cylinder steeds bedekt is met een scheikundig geprepareerd papier.
Door uurwerken welke den electrischen stroom derzelfde batterij waarmeê het toestel verbonden is, in beweging brengen, krijgen de twee halve cylinders eene gelijkmatige beweging en wel zulk eene, dat zij van voren naar achteren op en neêr schuiven en te gelijk meê vooruitgaan, zoodat alle punten van de bewegende cylinders in aanraking komen met twee metalen stiften, die er onder geplaatst zijn, en waarover de cylinders eigenlijk heenschuiven.
De scheikundig bewerkte inkt waarmeê het bericht geschreven wordt, heeft de eigenschap te isoleeren, zoodat telkens als de metalen stiften over de plaatsen strijken waar inkt is, de stroom wordt afgebroken.
Het geheel is nu zoo ingericht dat de stroom, zoolang hij in het toestel van afzending onderbroken is, naar het ontvang-toestel loopt en daar op het chemisch bereid papier een streepje maakt van eene blauwe kleur.
De kopie, die dus door het ontvangtoestel geleverd wordt, bestaat uit kleine, evenwijdige, dicht onder elkaêr staande streepjes die den vorm der letters weêrgeven.
Soortgelijke uitvindingen zijn in theorie meestal prachtig, doch komt het op de praktijk aan, dan vallen zij doorgaans tegen. Dit schijnt echter met de uitvinding van Sawyer niet het geval te zijn, daar, zooals wij zegden, er zich reeds eene maatschappij gevormd heeft om haar in toepassing te brengen.
Vooreerst hebben wij dus maar af te wachten wat de gevolgen zullen zijn, en het zal werkelijk een belangrijke stap voorwaarts zijn indien de uitvinding praktisch blijkt.
Voegen wij er ten slotte bij, dat, volgens de amerikaansche bladen, het toestel het dubbele voordeel heeft van goedkoop te zijn en zeer vlug te werken: voor de verzending van een bericht is slechts het vierde gedeelte eener minuut noodig.