Het nieuw onbreekbaar glas.
(Vervolg en Slot.)
Welnu, de heele uitvinding van de la Bastie steunt op de reeds zoolang bekende eigenschap van alle lichamen, dat de onbreekbaarheid toeneemt, naarmate het lichaam harder wordt: hij maakt het glas harder en daarom wordt het onbreekbaarder.
Vele lichamen laten zich harder maken, als men ze van alle zijden samenperst, omdat daardoor hunne deeltjes dichter bij elkaêr komen te liggen.
Doch met alle lichamen is dit niet het geval en de la Bastie ondervond dat het glas noch in weeken, noch in vloeibaren toestand door samenpersing harder werd.
En ware dit ook al eens het geval geweest, dan nog zou het teenemale onpraktisch geweest zijn, daar het toch niet gaat om, bij voorbeeld, een lampenglas saâm te persen en het dan nog een lampenglas te laten blijven.
De manier, waarop staal gehard wordt, zou de leidraad worden tot de nieuwe uitvinding.
Zooals men wel zal weten, wordt het staal gehard door het in gloeienden toestand in water te steken, en de werking is dan de volgende: door het plotseling koelen van het gloeiend staal, veranderen de kleine deeltjes van plaats en kunnen deze, door de hitte uitgezet, bij de plotselinge koeling niet zoo spoedig inkrimpen als de warmte ontwijkt.
Het gevolg daarvan is, dat bij afneming van het specifiek gewicht de hoeveelheid grooter blijft en door de kunstmatig verkregen uitzetting der kleine deeltjes deze in een zekere spanning brengt, welke spanning precies hunne hardheid uitmaakt.
Reeds lang geleden heeft men waargenomen dat glas, 't welk plotseling wordt afgekoeld, een hoogen graad van hardheid bezit.
Wie kent de zoogenaamde glastranen niet, die kleine glasdroppels met lange stelen, welke ontstaan, als men een droppel vloeibaar glas in koud water laat vallen.
Deze tranen zijn buitengewoon hard en kunnen op hun dik einde een hevigen slag verdragen zonder dat zij breken; breekt men echter een stukje van den dunnen hals af, dan houdt de traan op te bestaan: het geheel valt als stof in elkander.
Wat is de oorzaak daarvan? De natuurkundigen geven er ons de volgende verklaring van:
Door het plotseling vallen van den vloeibaren, zeer heeten glasdroppel in het koud water, wordt de oppervlakte van het glas heel snel afgekoeld en gaat van vloeibaren in vasten toestand over.
Binnen in den droppel is echter het glas nog wel degelijk vloeibaar en dus zeer uitgezet.
Spoedig wordt de temperatuur ook daar minder en de glasmoleculen moeten daarbij de algemeene wet der samentrekking volgen, doch worden daarin door de reeds afgekoelde oppervlakte van den droppel verhinderd, en daardoor ontstaat eene groote spanning, dewijl elk glasdeeltje binnen in den droppel door de hard geworden oppervlakte, zoekt heen te breken.
Om die spanning te doen voortduren, begrijpt men licht dat de buitenkorst al heel hard moet zijn en hij verdraagt dan ook den tamelijk harden slag van een hamer.
Wordt echter de oppervlakte uit haar verband gerukt, al is het dan ook nog zoo gering, dan is zij niet meer in staat aan het samentrekkingsvermogen der glasmoleculen weêrstand te bieden, de spanning, waarin zich elk glasdeeltje bevindt, wordt opgeheven, de moleculen worden vrij, laten elkaêr los en de traan valt in stof.
Met glas, dat aldus bereid is, zal men al zeer weinig kunnen uitvoeren en de la Bastie zou aan zijne uitvinding weinig hebben, als hij zijne glaswaren op die wijze vervaardigde.
Zelfs glas dat niet in koud water, maar in de buitenlucht is afgekoeld, is volstrekt niet te gebruiken; de buitenste oppervlakte wordt dan nog te spoedig hard, zoodat de spanning van binnen te groot blijft om een duurzaam glas te kunnen hebben.
De glazen voorwerpen moeten, nadat zij gemaakt zijn, zeer langzaam en zorgvuldig afge-