Curiositeiten.
onderzeesche kabels. - De Deutsche Allgemeine Polyt. Zeitung bevat een artikel over de samenstelling, het leggen, enz. van onderzeesche telegraafkabels. Daarin wordt gewezen op een gevaarlijken vijand dezer kabels. Er zijn namelijk boorwo men, zooals bij voorbeeld Limnoria terebrans, buitengewoon kleine diertjes, die de kempbekleeding en alle andere bedekking van de kabels doorboren. Hier werden er vele kleine openingen in geboord, daar had men bevonden dat de gansche kemplaag was weggeknaagd tot op de gutta-pertsjalaag, die den kabel omgaf. Naar het schijnt, hebben die diertjes een afkeer van gemelde zelfstandigheid.
Dergelijke verwoestingen hebben in vele streken plaats. De telegraafkabel in de Levant is op die manier beschadigd; bij het maken van herstellingen aan den kabel, die Holyhead met Dublin verbindt, heeft men op 6 engelsche mijlen van Port-Crugnor, dergelijke beschadiging waargenomen. Zelfs bleek het, dat de gutta-pertsjalaag van dien kabel niet was gespaard.
In de nabijheid der engelsche en iersche kust treft men vier soorten van boorwormen aan: Lepidonatus equamatis, Evarno impar, Nereis pelagiea en Limnoria terebrans, ook wel Limnoria lignorum, welke laatste thuis behoort in de nabij heid der iersche kust en die tevens de eigenlijke groote vijand der onderzeesche kabels schijnt te zijn.
Op voorstel van den heer Siemens, worden thans proeven in vele zeeën genomen met kabels, die een dunne koperbekleeding hebben. Men hoopt op die wijze het gevreesde kwaad te boven te komen.
zweden. - Uit statistieke opgaven blijkt, dat de bevolking van Zweden op ult. december 1874 bedroeg 4.341.559 zielen. In het begin van dat jaar had de bevolking het cijfer van 4.297.972 zielen bereikt. De vermeerdering in de steden was 2.85 pct., op het platteland 0.73 pct.
Tevens had men bij de laatste volkstelling het bewijs verkregen, dat de geboorten van personen van het vrouwelijk geslacht, die vroeger gedurende een reeks van jaren de meerderheid vormden, thans in een andere evenredigheid hebben gestaan tot die van het mannelijk geslacht.
Gedurende het jaar 1874 is de vermeerdering van de mannelijke bevolking geweest 1.10 pct., van de vrouwelijke daarentegen slechts 0.94 pct.