schrijft het grijs worden dan ook doorgaans toe aan zorgen, aan gebrek, aan verdriet en ook aan het veelvuldig wasschen met koud water.
Somtijds gebeurt het echter ook dat het haar eensklaps geheel van kleur verandert; er zijn gevallen waargenomen, dat personen, die blond haar hadden, na eene hevige ziekte, die het haar deed uitvallen, zwarte of donkerbruine haren kregen.
Men heeft het langen tijd als een fabel aanzien, dat iemand op jeugdigen leeftijd in een enkelen nacht een grijsaard kon worden; dit is intusschen een stellige waarheid, die door een aantal geneeskundigen bestatigd is en toegeschreven wordt aan hevige gemoedsbeweging en buitengewone opgewektheid in angstvolle droomen; uit een ingesteld onderzoek bleek dan ook dat de oorzaak alleen moest worden toegeschreven aan het plotseling ontstaan van een aantal luchtblaasjes in de haren, die de kleurstof verdrongen hadden.
Een merkwaardig geval van dien aard heeft zich in Duitschland voorgedaan. Professor Mosler kreeg in het hospitaal een 34jarigen zieke onder behandeling, die aan delirium tremens - zinneloosheid, ten gevolge van dronkenschap - leed.
De patiënt verkeerde in groote opgewondenheid, sloeg met de handen om zich heen en dreigde ieder, die hem wilde naderen, te mishandelen.
Zijn hoofd was met zweetdroppels overdekt, zijne oogen waren rood, zijne handen beefden, zijn gang was wankelend als van een dronkaard en men kon duidelijk zien, dat hij zinsverbijsteringen had, want nu en dan sprak hij den grootsten onzin, ontstelde hevig zoodra iemand de kamer binnentrad en trachtte zich in een hoek te verbergen.
Daar hij geheel slapeloos was en altijd in groote overspanning verkeerde, diende men hem, na het gebruik van warme baden en koude stortbaden, een groote hoeveelheid opium toe, ten gevolge waarvan hij na drie dagen tot rust kwam, dat wil zeggen in eene sluimering geraakte, die eindelijk in een vasten slaap overging.
Toen hij des morgens wakker werd, was hij geheel bedaard, doch het schoone blonde haar van zijn hoofd en baard was geheel grijs geworden en het is ook grijs gebleven; de angst, waarin hij verkeerd had, was oorzaak daarvan, de kleurstof was uit zijne haren verdwenen en had plaats gemaakt voor de luchtblaasjes, die het haar kleurloos, dat wil zeggen, wit maken.
Hoeveel invloed eensklaps de angst op de kleur van het haar kan uitwerken, dit leeren ons de lotgevallen van sommige zeer bekende historische personen.
Toen de beroemde kanselier van Engeland, Thomas Morus, zijn doodvonnis vernam, werd hij plotseling grijs. Van Lodewijk de Beieren, die zijn vrouw ter dood veroordeelde, wordt gezegd dat zijne haren ten gevolge van wroeging in één oogenblik wit werden.
Ook met de ongelukkige koningin Marie Antoinette van Frankrijk was dit het geval. Toen men haar aankondigde dat zij naar den Tempel zou worden overgebracht, maakte de angst zich zoodanig van haar meester, dat hare haren grijs werden.
Ook hevige toorn en ergernis kunnen dit verschijnsel doen ontstaan en in den regel elke gemoedsbeweging; men heeft intusschen nooit vernomen dat iemand van overmatige blijdschap grijs geworden is.
't Volk schijnt dan ook zeer goed te weten dat het grijs worden grootendeels aan verdriet en angst moet worden toegeschreven, want men hoort bij het een of ander geval allicht zeggen: ‘Ik zal er geen grijze haren van krijgen,’met andere woorden: ik zal mij de zaak niet erg aantrekken.
Behalve het plotseling grijs worden bij levende personen, doen zich ook soms zulke verschijnselen na den dood voor.'t Is meermalen voor gekomen dat iemand stierf met koolzwart haar op het hoofd, dat echter grijs geworden was alvorens hij begraven werd.
Sommigen schreven die plotselinge verandering toe aan den doodstrijd, doch de oorzaak kan ook zeer goed gezocht worden in een buitengewone gasontwikkeling in de haren, tengevolge der begonnen ontbinding, die de gassen vrijmaakt.
Men hoort zeldzaam van geel, blauw en groen hoofdhaar spreken; en dat zij die het offer zijn van zoodanige gril der natuur naar een haarkleursel zoeken, hierover zal wel niemand verwonderd zijn.
Voor het overige moet het gebruik van zoodanige middelen, die alleen gebezigd worden om de ijdelheid te voldoen, zeer afgekeurd worden, dewijl zij in den regel zeer nadeelig zijn.
Vroeg grijs worden is zeker niet aangenaam, doch het is ook niemand tot oneer en men kan het, zooals wij gezien hebben, eenigermate voorkomen, door niet te veel toe te geven aan groote gemoedsbewegingen, maar de zorgen des levens in opgeruimdheid des gemoeds te dragen.