Curiositeiten.
de kievit. - Wie zich ooit in de Kempen, of ten minste in deze barre heiden bevonden heeft, kent den vogel, wiens zang met zijnen naam overeenkomt. Indien dit niet het geval is, dan ten minste heeft men zich ooit vergast op de fijne en door de lekkerbekken zoo gezochte kievitseieren. In het nederlandsche tijdschrift Album der Natuur, vinden wij een artikel, geteekend Dr. Venema, die een aantal wetenswaardige bijzonderheden over dezen vogel meêdeelt, en welke wij hier overnemen.
In het begin van maart verschijnt deze vogel in onze streken (Nederland), in het voorjaar en den voorzomer de voorkeur gevende aan onze lage, zeer vlakke landstreken. Hij weet daar de kleine hoogten te vinden en maakt er zijn eenvoudig nest op. Later in het jaar, als de jongen kunnen vliegen, begeeft de kievit zich naar de bemeste zand- en veengronden of de klei- en zwavelstreken, waar hij van insecten, wormen en mollusken leeft, gedierte dat bijna zonder uitzondering voor den landbouw schadelijk is. In het laatst van augustus vereenigen zich de kieviten in koppels, en in october trekken zij gezamenlijk zuidwaarts.
Het nest van den kievit is zeer eenvoudig. Het manneke krabt met de pooten, terwijl hij in de rondte loopt, het nest iets komvormig uit, terwijl het wijfje om hem heen huppelt. In 't laatst van maart, gewoonlijk niet vóór den 23 of 24 maart, begint het leggen der eieren. De kievit legt niet meer dan vier eieren en begint al dadelijk op het eerste te broeien.
De broeitijd duurt 16 dagen. Men vindt somtijds meer dan 4 eieren in het nest, maar dan mag aangenomen worden dat het eene wijfke hare eieren bij die van een ander voegt.
Bij het zoeken der nesten moet men altijd de oogen ver voor zich uit op den grond gericht houden. De schreeuw dien de mannekens doen hooren als zij iemand in de nabijheid bespeuren, is waarschijnlijk het wijfke, dat op de eieren zit, ter waarschuwing. Zij vliegt niet onmiddellijk van het nest op, maar verwijdert zich snel loopend een klein eind om dan in de lucht haar heil te zoeken.
Waar men dan een wijfke ziet loopen, kan men zeker zijn een nest aan te treffen. Niet altijd heeft het wijfke als het opvliegt eieren; zijn deze in het nest, dan vliegt het dier, nadat het zich eerst een weinig van het nest verwijderd heeft, ongeveer 20 à 30 meter in een schuinsche richting in de lucht omhoog, maar zet zich op eenigen afstand weêr neêr. Hoe meer eieren er in het nest zijn, hoe minder hoog zij in de lucht stijgt en hoe korter zij bij het nest blijft.
De kievit vindt een beschermer in de nederlandsche wet. Volgens de wet van 6 maart 1855 was het verboden kieviten met netten te vangen, en nu mag men na 5 mei geen eieren meer verkoopen of vervoeren. De wet van 13 juni 1857 verbiedt het schieten of vangen van kieviten geheel. Daar het dier vele kleine diertjes, die voor den landbouw schadelijk zijn, vernielt, is een dergelijke bepaling zeer verstandig.
In Nederland brengen de kievitseieren, duizende guldens op. In onze streken, waar zich de vogel niettemin ook ophoudt, ofschoon in minder getal dan in het noorden, wordt er, voor zoover wij weten, geen handel in eieren gedreven, en worden deze ook weinig ter tafel gebracht. In Holland is het kievitsei een fijn, een keurig, een sterk gezocht nagerecht. Ons artikel zal misschien de aandacht van eenige Kempenlanders opwekken en hen aandrijven om in de maanden maart en april de gevonden kievitseieren hier ter markt te brengen.
china. - Wij hebben de vrienden van China het verschijnen aan te kondigen van een merkwaardig boekske, geschreven door Dr. Fauvel en tot titel dragende: The province of Shantung, its geography, natural history, enz. Het boekske verscheen te Hong-Kong zelve, doch zal te Londen wel verkrijgbaar zijn. Voor allen die over de provincie Shantung een juist begrip willen opdoen, is dit werkske zeer belangrijk. De groote provincie Shantung, ten noorden door den golf van Petsjeli en de provincie van denzelfden naam begrensd, bevat niet minder dan 38 millioen bewoners, eene bevolking, grooter dan die van geheel Frankrijk. Haar hoofdstad Tsji-nam aan den Ho-ang-ho telt 200.000 inwoners. Door vele rivieren besproeid, ook door den Ho-ang-ho, het ongeluk van China geheeten om zijne kwaadaardige overstroomingen, dankt het aan den anderen kant, juist aan die rivieren, zijne vruchtbaarheid en rijkdom aan visch. Onder andere merkwaardigheden van deze provincie noemt de schrijver een soort van polyp, die het water waarin hij geplaatst wordt, zuur maakt. Twee dezer polypen werden naar Parijs gezonden aan de Société d'acclimatation, en beide veranderden het water als 't ware in azijn.
noordpool-expeditie. - Deze noordpoolexpeditie is pas voltrokken of teruggekeerd, of de andere wordt alweêr gereed gemaakt. Men zal en wil, gelijk eens Barends en Heemskerk, ‘door 't ijzig noord, naar 't brandend zuiden heen;’ men wil, men zal, langs den noordpool, eenen open waterweg opsporen. In een voorgaanden jaargang gaven wij verslag over den tocht, door Oostenrijkers ondernomen, die zelf nieuwe eilanden, op de kaart niet aangeteekend, opspoorden; in dezen jaargang gewaagden wij van de engelsche expeditie, die nu op weg is, en nu kondigt men in de dagbladen eene duitsche expeditie aan, welke waarschijnlijk in het voorjaar van 1877 reisvaardig zal kunnen zijn. De expeditie zal bestaan uit 2 schepen, geheel voor de vaart in de Poolzeeën ingericht. De weg dien men kiest zal weder zijn tusschen de oostkust van Groenland en de westkust van Spitsbergen. Op die kusten en op Jan Mayen zullen stations in gereedheid gebracht en zal voorraad neêrgelegd worden van allerlei aard. Een groot aantal wetenschappelijke waarnemers zullen aan den tocht deelnemen. In onze dagen wordt een dergelijke tocht schier eene pleizierreis. Immers de ondervinding en de wetenschap hebben reeds