een smeekschrift op te stellen, ten einde de burgers, krachtens koning en wet, eene pruik te doen dragen. Het smeekschrift werd opgesteld en naar het paleis van St.-James, bij Georges III gedragen. Toen men de petitionnarissen echter in optocht zag, bemerkte men er velen die zelf eigen haren droegen. De willekeurigheid van hunnen eisch kwam alzoo nog duidelijker uit. Het volk greep die mannen met hun eigen haar vast, en schoor hen met geweld kaal. Horatius Walpole zegt, in een brief aan graaf Hetford, ter gelegenheid van dat wonderlijk smeekschrift: ‘Het zou mij niet verwonderen, dat ook de timmerlieden het denkbeeld opvatt'en, te petitionneeren tegen den vrede, als zijnde deze nadeelig aan hun ambacht. Immers, sedert de vrede gesloten is, heeft men geen houten beenen meer noodig.’