Uit de insectenwereld.
Een mier en eene bie zijn voorzeker maar nietige diertjes en echter in grooten getale vereenigd, is de mensch, ook in groote getalle vereenigd en zelfs gewapend, niets tegenover hen. Een onzer vrienden, de jonge naturalist Servaas de Beucker, die twee jaar in Brazilië verbleef, vertelt inderdaad wonderen over de mieren, waartegen de mensch ten slotte niets vermag en die dezen laatste letterlijk vermoorden. Het is overigens gekend, dat als de kolonist in Brazilië een dergelijk leger ontmoet, hetwelk niet zelden honderden meters breed is, hem niets anders overblijft dan de vlucht te nemen. Niet zelden zelfs bouwen de mieren zich versterkingen, die men ten slotte slechts met kanonschoten neêrwerpt.
Over de bieën vertelt Schweinfurt, de beroemde reiziger in Afrika, van wiens werk In het hartje van Afrika, wij in den aanvang van den vorigen jaargang eene ontleding gaven, dat hij, bij het opvaren van den Nijl, een bieënnest ontmoette. De trekkoord van de boot had het nest dezer diertjes verstoord, en onmiddellijk werd de bemanning door een zwerm bieën aangetast. Men verdedigde zich zoo goed mogelijk, doch vruchteloos. Twee personen werden gedood en al de anderen gekwetst. De flotielje bestond uit zestien booten, en beurtelings werden alle de vaartuigen aangerand.
Maarschalk von Moltke vertelt in zijne geschiedenis van den veldtocht van 1866, dat op den dag van den veldslag van Sadowa, een stuk oostenrijksche obits in eene hoeve van het dorp Nedelist viel en daar de bieënkorven vernielde. De bieën vielen met woede op twee pruisische bataljons aan, die deze hoeve bezet hielden, en de aanval was zóó hardnekkig dat de soldaten meer spel hadden met de bieën dan met de oostenrijksche kogels.
De gebeurtenis staat in het officieel verslag vermeld. Wonderlijk! het kleine insect was machtiger dan de moordende kogels der Oostenrijkers; het plaagde, sarde, belette te zien, en 't hielp weinig of men tegen die gevleugelde lansiers bommen afschoot, of er met den sabel op inhakte.