De Belgische Illustratie. Jaargang 7

Goeden morgen.

Toe, jongen, vrijf uwe oogen uit!
De zon beschijnt de vensterruit,
De musschen tji'pen op den boom,
Maak u een kruisje frisch en vroom -

Goeden morgen!

De zwaluw kwettert langs de straat,
De leeuwrik zingt, het vinkje slaat.
De duiven kirren uit het slag
Toe, jongen, bid en groet den dag -

Goeden morgen!

En liederen galmen schel en luid.
De molen draait, de meulder fluit,
De hanen kraaien langs den stoep,
Toe, jongen, maak u voort en roep -

Goeden morgen!

Het torenklokje noodt ter kerk.
Eerst God gevierd en dan aan 't werk.
Toe, jongen, loop nu langs de baan,
En spreek uw buurman vroolik aan -

Goeden morgen!

't Is alles lustig en verheugd,
De grijsheid naast de blonde jeugd;
Toe, jongen, zing gij ook uw lied,
Want alles roept, vanwaar ge ziet -

Goeden morgen!

Hartelust.
J. Brouwers, Z.