De openbare schrijver te Tunis.
Wij bevinden ons in Tunis, het voormalige paradijs der zeeroovers; de stad, die de tourist, welke het noorden van Afrika doorloopt, gaarne bezoekt, en wij vertoeven een oogenblik bij ‘den openbaren schrijver’- die type, welke in Europa schier niet meer, of liever in 't geheel niet meer bestaat; maar die in het oosten, waar de kunst van schrijven nog verre is van algemeen te zijn, nog algemeen gevonden wordt.
Indien wij hier nog iets van dien aard ontmoeten, dan is dit deze of gene mislukte letterkundige, die liefdebrieven schrijft voor dienstmeisjes, rekwesten opstelt voor werklieden, bruiloftsgedichten voor die welke denken, dat men niet trouwen kan of er moeten alexandrijnen gedeclameerd worden; die lijkreden en politieke redevoeringen aaneenflanst voor personen, welke daarmeê op de volksvergaderingen komen pronken, en alzoo, wie weet! nog eens lid van den gemeenteraad gekozen worden.
In Tunis heeft het ambt van briefschrijver geene zoo groote uitgebreidheid: verzoekschriften maakt men er niet, verzen dreunt men niet op bij de bruiloften, bij het graf zwijgt de muselman het liefste doodstil, en politieke redevoeringen zijn er niet uit te spreken. Gelukkig land! De briefschrijver bepaalt zich meestal tot brieven die van het hart tot het hart spreken; ook wel die van het hart tot de beurs, en die van de beurs tot de beurs moeten klinken.
Dit laatste moet echter hier het geval niet zijn, en wij gelooven dat de koude en winterachtige briefschrijver, hier enkel voor de jonge