Exel, en werd kort na 1830 aangelegd. Wij herinneren ons, schooljongen zijnde, het kamp bezocht te hebben en tusschen dat tijdstip en het tegenwoordige, zijn er zoo wat vijfendertig jaar verloopen. Destijds was alles nog stroo en hout; vandaag is alles hechte arduin- en baksteen, en heeft zich het dorp Leopoldsburg gevormd, dat het oude Beverloo in de schaduw stelt.
Op dit oogenblik bezit het kamp van Beverloo al de instellingen, welke voor zijn regelmatig bestaan dienstig zijn; het heeft zijne slachterijen, bakkerijen en wat dies meer. Het koninklijke paviljoen, het paviljoen des ministers van oorlog (van welk gebouw wij eene teekening meêdeelen), de paviljoenen der generaals, het park, de kapel, enz. trekken de aandacht.
Vooral in het saizoen der manoeuvres, en wanneer de koninklijke familie in het kamp komt, wordt dit laatste op eene recht karaktervolle wijze, door de soldaten, versierd, en men moet bekennen, dat men dergelijke versiering nergens anders aantreft. Het is verwonderlijk, wat partij de soldaten weten te trekken uit de weinige feitelijke hulpmiddelen, die het kamp oplevert.