stander worden van het zoo ver van zijnen oorsprong afgeleide Willemsfonds. Vader Willems had gezegd, dat de vlaamsche letterkunde ‘zedelijk en godsdienstig’ wezen moest; de laatstgemelde instelling wil integendeel dat zij een kind zij van.... Voltaire! Het Davidsfonds zal geroepen zijn die heillooze strekking te bestrijden en door voordrachten, uitgaven van allen aard, op het romantisch gelijk op het wetenschappelijk gebied, de goede en ware denkbeelden van het aloude Vlaamsch, in onzen landaard te verspreiden en te verlevendigen. Voorwaar, 't is een groot en verdienstelijk werk, te meer daar het eene bewezene zaak is dat de goede boeken in onze immer talrijker wordende volksbibliotheken meer en meer ontbreken en die, welke zij bevatten, gelezen, herlezen, schier dood gelezen zijn. Men kan toch niet eeuwig hetzelfde lezen, en het voorhanden zijnde moge nog zoo verdienslelijk zijn, toch vraagt het publiek eene zekere variatie in de opgedischte schotels. Bij gebreke daaraan wendt het zich tot andere inrichtingen, en het zal zich daar vergasten op zoodanig gekruide spijzen, dat het weldra den goeden en fijnen smaak zal verloren hebben.
Ho ho! hoor ik rechts en links roepen; gij wilt alzoo het romantisch verhaal op groote schaal zien aangemoedigd worden? Maar de roman is de pest, de kanker, het kwaad van onzen tijd en zelfs van vroeger!.... Laat mij een half woord tusschen die vervloeking, tegen Mijnheer den roman uitgesproken, zeggen, Mijneheeren! Het is de roman zelve niet die slecht is: het slecht bestaat in de wijze, waarop die soort van letterkunde wordt aangewend. Evenals de roman ten kwade wordt gebezigd, evenzoo kan hij ten goede worden gebruikt; evenals het ingebeeld of opgesmukt verhaal de slechte hartstochten kan opwekken, is het ook in staat om edele gevoelens in de ziel te doen trillen. Is de spoorweg slecht, omdat hij het bederf der groote eentrums in de kleinere gemeenten brengt, welke hij doorsnijdt, dan toch ook moet ik opmerken, dat hij mij naar Lourdes of het Vatikaan, dat hij mijne vrienden, de missionnarissen, sneller naar de eindpalen der wereld brengt, evenals al wat maar eenigszins tot verspreiding van het goede kan bijdragen. De roman evenzoo!
Hebben de grootste katholieke geesten het nut en den invloed van den roman overigens niet reeds begrepen? Schreven kardinaal Wiseman, Dr. Newman, Konrad von Bolanden, Bresciani, kanunnik Schmidt en anderen geene verhalen, op inbeelding of een historisch feit gegrond? Zij toch begrepen dat het verhaal de epos is van onzen tijd en hetzehe, door zijne aantrekkelijke vormen, door zijne waarheid, door de afschildering van hetgeen het meerendeel der lezers inderdaad kennen en verstaan, een onloochenbaren invloed moet uitoefenen en dit zelfs in elken stand der samenleving. Ik zie de zoogezegde gens graves glimlachend het hoofd schudden; maar, brave en naïve vrienden, uw glimlach en uw hoofdschudden zal die waarheid niet omwerpen, zal het bestaande niet vernietigen, en zelfs al uwe opgehengelde keukenrekeningen uit de lang vervlogen eeuwen, zullen nooit zooveel de aandacht van het publiek opwekken, als.... de enkele titel van een roman.
Mijn alter ego schreef daarover eens in een vlaag van kwade luim: ‘Laat ons zelfs de verachting der geleerden verdragen, die enkel de grande littérature lezen of schijnen te lezen, en meêwarig zeggen: c'est dommage qu'il ne fasse que des romans. Maar ik zou toch wel eens vijftig van die geleerden in eene kamer willen opsluiten, veroordeeld om deze niet te verlaten, voordat ze, met hun vijftig, een leesbaren roman hadden saamgeknoopt. Ik geloof, met allen eerbied voor de geleerdheid, dat zij tot eeuwigdurenden dwangarbeid zouden veroordeeld zijn. ‘Le roman’, zegt Alphonse Karr, ‘est l'éternelle histoire du coeur humain’ en 't is vrij wat moeielijker het menschelijk hart, die afgrond, eindeloos diep en rijk in verscheidenheid, te ontleden, dan wel eene.... keukenrekening. De roman is het volk met al zijne deugden en ondeugden, met al zijn lijden en vreugde; hij is het heldendicht van onzen tijd, wel is waar verbasterd, maar oneindig machtiger en zelfs opgegroeid tot een dier kolossale reuzen, die de wereld helpen hervormen, gelijk de stoom en de electriciteit. Ontkent zijne macht niet, heeren pruiken! maar bestrijdt, of liever, tracht zijnen invloed te wijzigen; want dat ellendige boek is niet zelden de Satan, die elk jong maagdenhart opwaarts voert en haar - de arglooze - evenals voorheen aan den Zoon Gods, de blinkende en bedriegelijke schatten der wulpschheid voorhoudt! Integendeel, indien de geest van het schoone en het goede altijd in deze fantastische scheppingen heerschte, indien de roman, onder het vermaken, altijd leerde en stichtte, bracht gewis een enkel zijner bladzijden meer goed te weeg dan een foliant, opgevuld met voor het publiek onbegrijpelijk geleerde aardigheden.
De roman bestaat aldus in al zijne macht, in al zijnen invloed. Heloïse heeft veel hersens op hol gebracht; Werther heeft veel hersens verbrijzeld; de fransche letterkunde van Soulié, Sand en anderen wasemt een damp van bederf en verrotting over Europa uit. Het volk leest, leest met eene soort van razernij het verhaal, den roman; het leest, spijtens alle geleerde boeken, bij voorkeur de geschiedenis van zijn eigen hart, van zijn eigen landaard, aanschouwelijk voorgesteld. Het volk zal lezen wat men dan ook aanwende! Wij staan alzoo voor een onloochenbaar feit, waartegen zoo min de geleerde glimlach, als de geleerde pruik iets vermogen. Met dat feit is af te rekenen. Men moet het volk goede romans geven, of het zal zich aan de slechte gaan verzadigen. Nog is ons Vlaamsch publiek godsdienstig en zedelijk; nog heeft het ieder boek, dat niet aan die grondstelsels beantwoordde, verworpen en naar den boter- en kaaswinkel doen overbrengen; doch men mag beducht zijn voor den invoer van nadeelige en ongezonde fransche schriften, bij middel van vertalingen. Zoo zeer het goede vlaamsche boek, de vlaamsche zeden in stand houdt, zoo zeer zal het fransche boek tot het af breken van die gevoelens bijdragen; - en zal het volk niet naar die vertalingen grijpen als het op zijne boekenrek niets meer vindt dat zijnen geest kan verlustigen? lk denk dan ook dat het Davidsfonds in de uitgaaf van volksverhalen moet voorzien. Het moet van dien machtigen vorm - die toont wel machtig te zijn, door het onmeetlijk veel kwaad dat daarin gegoten wordt - gebruik maken om het goede, het schoone, het echt vlaamsche te verspreiden. Ik wil wel eens aannemen dat de geleerde folianten goud zijn; maar goudstukken dringen niet in het volk; het volk geniet daarvan slechts, als het stuk omgezet is in koper of in nickel.
Niet lang geleden hoorde ik nog een hollandsch geleerde hevig uitvaren tegen de schetsen, die Alberdingk-Thijm uit Vondel's leven schrijft. Men neemt ze aan als historische waarheid! zegde hij. Is dat geen nieuw bewijs dat het volk langs dien vorm de geschiedenis het liefste wil binnen treden? Is het geen bewijs dat er met dien vorm oneindig veel goed bij het volk te doen is? Gij, romanschrijver, wees dan ook trouw historisch en elk uwer boeken zal eene merkwaardige toelichting der geschiedenis zijn! En waarom dien verbalenden vorm niet gebezigd, als het volk zulks verkiest boven de droge, dorre en dikwijls..... slaperig vervelende geschiedenis? Deze zal toch nooit diep in het volk dringen en 't is beter dat het volk de geschiedenis langs een goeden romantischen weg worde ingeleid, dan wel er gansch onbekend meê blijve. Zoodra de geschiedschrijvers voor het volk leesbare boeken zullen maken, zullen wij den historischen roman opofferen. Zeker, de Leeuw van Vlaanderen is, als geschiedenis, niet volmaakt - verre van daar! - maar wat al jonge harten heeft dat boek doen ontvlammen! Hoevelen op de schoolbanken heeft het Vlaming doen zijn, hun land, hunne taal, hunne zeden, hun voorgeslacht doen beminnen! Maar, heeren geleerden, gij spreekt van de geschiedenis? Is zij, die gij als zoo eerbiedwaardig voorstelt, onder vele opzichten meestal geen verdichtsel, geen opgesmukt, of beter gezegd geeu verknoeid, verwrongen, besnoeid of verlengd verhaal om de zaak, waarvoor de schrijver optreedt, dienstig te zijn? De geschiedenis..... ah, vous croyez à l'histoire mes braves gens! roept