Aan het roer.
In een voorgaanden jaargang deelden wij eenige typen meê uit het werkmansleven, zoo als die van den machinist en den baanwachter - typen, welke de aandacht, ja, op gegeven oogenblikken, de bewondering opwekken van dengene, die het hart op de rechte plaats kloppen voelt. Vandaag deelen wij de figuur meê van den stuurman, en dit zelfs in de verschrikkelijkste omstandigheden.
Er is brand aan boord; de wolken rook stijgen reeds hoog boven het dek op en in het tusschendek woeden de vlammen, evenals in het ruim, waar de brand door alle brandbare koopwaren wordt aangewakkerd. Schier allen, niet alleen de passagiers maar ook het scheepsvolk, zijn als radeloos; hij echter, de stuurman, staat kalm en waakzaam aan het roer.
Indien hij ook het hoofd verliezen mocht, zou alles verloren zijn, zou er zelfs niet meer de minste hoop op redding beslaan. Zijne kalmte houdt alzoo den moed boven water, en indien hij inderdaad het schip in behouden haven brengt, zal men er hem misschien nog niet eens voor bedanken! Zoo gaat het doorgaans in de wereld.....
Laten wij echter den moedigen man uit het volk onze bewondering niet onthouden; laten wij hem, integendeel, verheerlijken en als hij omkomt, als slachtoffer van zijnen moed, gedenken dat hij vrouw en kinderen achterlaat, die geen ander kapitaal bezaten dan zijne forsche handen.