Het leven in de badplaatsen.
Sedert de duivel de roulette te Spa niet meer draaien doet, is het leven daar wel wat eentoniger geworden, doch voorzeker zal dit nimmer meer terug keeren tot het bijna patriarchale van vroeger dagen. Weet ge hoe men in 1782, en rondom dien tijd, in die weelderige badplaats leefde? Een te Londen, in dat jaar gedrukt boekje, geeft er ons den sleutel van:
1° Men staat alle morgenden bij het krieken van den dag op; - 2° ten 4 ure (recht vroeg!) komt iedereen en deshabillé aan de fontein Pouhon; - 3° ten 5 ure, ten laatste, stijgen die, welke zich naar andere fonteinen moeten begeven, in rijtuig; - 4° ten 9 ure gaan alle gasten naar huis om zich te kleeden; - 5° ten 10 ure gaan de vromen naar de Mis; - 6° ten ll ure begeven de mannen zich naar het koffiehuis, als het regent, of wandelen in de straat, indien het weêr dit toelaat; - 7° ten half 12 zet men zich overal aan tafel; - 8° ten half 3 legt men bezoeken af, of men begeeft zich naar het dameskransje; - 9° ten 4 ure gaat men naar de komedie of wandelen, hetzij naar den Capucienen-hof of naar eene weide, welke men prairie de quatre heures heeft genoemd; - 10° ten 6 ure wordt in alle herbergen het avondmaal opgedischt; - 11° ten 7 ure wandelt men in de prairie de sept heures; - 12° ten 10 ure hoort men niemand meer in de straten, en de inwoners volgen dit bevelschrift gelijk de bobelins (naam, dien men aan de badgasten gaf).
Een bijgevoegd artikel zegt, dat het punt 12 onschendbaar is en met alle strengheid zal gehandhaafd worden, tenzij op de avonden dat er bal gegeven wordt; doch die partijen moesten in elk geval te middernacht eindigen.
Men ziet het wel, dat leven was nog tamelijk aartsvaderlijk, ofschoon de vrouwen van lichte zeden, ook destijds reeds, den weg naar de badplaatsen wisten en de valsche gravinnen, gesmokkelde baronessen en beweerde markiezinnen, daar plaats vonden.
Te Vichy, de thans zoo weelderige badplaats, ging het in de 17e eeuw even sobertjes toe als te Spa, getuige den brief van Mevrouw de Sevigné aan Mevrouw de Grignan. Men was ten 6 ure aan de fontein; men wandelde, hoorde Mis, legde bezoeken af, dineerde, speelde hombre, soupeerde ten 7 en ging ten 10 ure naar bed. De eenige afleiding, welke de schrijfster in dien brief aanhaalt, is, ‘dat er eenige juffertjes van het land gekomen waren, die op de tonen eener fluit, de bourrée dansten; die vrouwen maakten echter dégognades ‘waarop de geestelijkheid wel wat af te wijzen heeft.’
Helaas, waren het nu maar dégognades aan onze badplaatsen! Wij zijn verre van de tonen der fluit, het dansen der bourrée en wat zoo al meer! Wij zien er geen zieken meer, maar enkel gezonden, die er zich aan alle wereldsche dwaasheden overleveren, duizende francs verteeren en slechts naar huis terug keeren, als beurs en lichaam beiden doodziek zijn.