Marie-Antoinette.
Nog een dier wezens, welke niet alleen onschuldig gehalsrecht, maar daarenboven op eene schandelijke wijze gelasterd werd, ten einde aan die halsrechting een schijn van waarheid te geven!
De tijd is echter geen helper voor de lasteraars geweest - integendeel. De tijd heeft allengs de nevelen doen opklaren, en de bewijzen harer onschuld liggen voor ons. Of zou men hare liefde voor de pralerij, voor de feesten nog als eene misdaad rekenen? Zou men nog geloof hechten aan die gewaande brasserijen in het kleine Trianon, door republikeinsche lasteraars uitgevonden?
Marie-Antoinette is in alle geval gelukkiger dan die andere koningin, welke insgelijks op het schavot stierf, namelijk Maria Stuart, wier nage dachtenis bijna drie eeuwen geschandvlekt bleef, omdat de betaalde pen van Buchanan en de helsche politiek van Elisabeth zoo langen tijd verdedigers heeft gevonden.
De koningin van Frankrijk, Marie-Antoinette, was de dochter van Frans I, keizer van Duitschland, en Maria-Theresia; zij zag het levenslicht te Weenen, den 2 november 1755. Op haar veertiende jaar werd zij door den hertog de Choiseul, gezant van Lodewijk XV, ten huwelijk gevraagd voor den dauphin, en den 10 mei 1770 werd die vereeniging dan ook te Versailles voltrokken.
Het koningschap was in Frankrijk door een Lodewijk XV, op eene stellige wijze, met onwaarde geslagen en Lodewijk XVI, een braaf en edel man, moest voor al de wandaden en misslagen zijner voorgangers boeten.
Niets kon de woeste republikeinen verteederen, noch de rechtschapenheid des konings, noch de natuurlijke goedhartigheid van Marie-Antoinette. De koningin wist dat ze niet populair was en zij had een voorgevoel van den storm die haar verpletten zou, en echter weigerde zij zich in veiligheid te stellen - een raad, die haar niet alleen door de koningin van Napels, maar ook door haren echtgenoot, gegeven werd.
Dat voorstel wees Marie-Antoinette immer van de hand. Zij had een groot besef van haren plicht en wilde aan dezen niet te kort blijven; die plicht zegde haar dat zij aan de zijde des konings blijven moest, wien zij het, in meer dan een geval, in krachtdadigheid afwon.
Ja, het is zeker dat de besluiteloosheid van Lodewijk XVI de zaak van het koningschap in Frankrijk erg benadeelde, en dat dit minder ongelukkig zou geweest zijn, hadde de koning zooveel ondernemingskracht gehad als zijne echtgenoote. Zelfs in de gevangenis was en bleef zij voor hem een steun, eene bemoediging, wezenlijk een engelbewaarder. Daar, in den Temple, vergat zij alle grootheid, en verstelde zelfs de kleêren des konings; zij prentte haren kinderen een innig gevoel van liefde tot de deugd en gehechtheid aan het katholiek geloof in.
De tormenten, die de republiek aan die ongelukkige wezens heeft doen onderstaan, te beginnen met de vlucht van Varennes, tot aan den dood van den kleinen dauphin, zullen haar - de republiek - eene eeuwige schande zijn.
Geen oogenblik heeft de republiek de fiere en goedhartige koningin kunnen neêrslaan, hoeveel laffe aanvallen zij ook tegen haar richtte. Toen men haar beschuldigde - hatelijker en laffer beschuldiging kennen wij niet - op de zedelijkheid van haar kind aangelegd te hebben, verpletterde zij de beschuldigers, door deze verhevene woorden j'en appelle à toutes les mères qui sont ici! Un pareil crime est-il possible? ik doe een beroep op alle hier aanwezige moeders! Is zoo'n misdaad wel bestaanbaar?
Hoe grootsch was zij na den dood van haar echtgenoot; hoe grootsch toen zij zelf veroordeeld was, toen zij den afgevallen en meineedigen priester, dien men haar zond en haar aanraadde vergiffenis voor hare misdaden te vragen, toerichtte: ‘voor mijne fouten, ja, voor mijne misdaden, neen; ik heb er geen begaan!’ Hoe grootsch en verheven was zij, toen de republiek haar, o lafheid! twee uren lang en met de handen op den rug gebonden, door de straten van Parijs voerde, blootgesteld aan de beleediging van het gespuis!
Frankrijk zal nooit die schandvlek uitwisschen; zij kleeft op de republiek, gelijk de moord van Maria Stuart op het protestantism kleeft. Met die koningin heeft Marie-Antoinette, in hare laatste oogenblikken, eenige gelijkenis, Hier en daar heerscht dezelfde kalmte, hetzelfde vertrouwen op God, dezelfde onwankelbare gehechtheid aan het katholiek geloof.