Inderdaad, dat kind, door de zuster des keizers, koningin Maria van Hongarië, de jagheresse bijgenaamd, opgevoed, moest eens de hooger gemelde landvoogdes worden.
Wij kennen dan ook volkomen den levensloop van de dochter, doch die van de moeder bleef voor ons verborgen. Waarschijnlijk zal deze of gene dichter daaromtrent wel het een of ander, zonder eenig officieel document, samenweven, hetwelk dan ook bij het publiek als waarheid zal doorgaan; want wat men ook zegge, de roman neemt, onder dit opzicht, niet zelden de plaats der geschiedenis in.
Pas was het kindje vijf jaar, of Karel V beloofde haar ten huwelijk aan den hertog van Florence, Alexander de Medicis, 't Moet u niet met verwondering doen opzien, lezer: in die tijden had dit zeer veelvuldig plaats, een bewijs, dat de vorstelijke huwelijken destijds nog meer spekulatie waren dan wel tegenwoordig. Op haar dertiende jaar werd het huwelijk te Napels voltrokken. Pas twee jaar getrouwd, werd de hertog vermoord (1537); zijne weduwe was zoo wat vijftien jaar. Op haar negentiende trouwde zij Octaaf Farnese, hertog van Parma en Plaisance.
Hoe slecht gepast die huwelijken waren, blijkt uit hare eigene woorden: ‘toen ik dertien jaar oud was,’ zegt zij, ‘deed men mij trouwen met een man van zeven en twintig en op mijn negentiende geeft men mij een kind van dertien.’ Farnese vertrok denzelfden dag van zijn huwelijk, alleen wel te verstaan, naar Afrika en vertoefde daar verscheidene jaren.
In 1547 ontstonden er moeielijkheden over den moord, op Farnese's vader gepleegd, in welk feit de zoon Karel V beschuldigde, zijnen onderstand aan de eedgenooten te hebben gegund. De keizer belegerde Parma en eischte door een wapenheraut zijne dochter op, de stad te verlaten. Margaretha antwoordde, dat zij den keizer als haar vader eerbiedigde en hem onderdanig was; ‘doch ik moet,’ zegde zij, ‘mijnen echtgenoot nog onderdaniger zijn; mijn plicht is met hem te leven en te sterven.’
De keizer las dit antwoord voor geheel zijn hof, een bewijs dat hij het treffend vond.
Philips II noemde zijn zuster gouvernante der Nederlanden, en ware zij in hare regeering zoo niet tegengewerkt door de oproerstokende edelen, dan zouden deze gewesten, onder haar bestuur, goede dagen hebben beleefd. Zij was eene doorzichtige vrouw en overtuigd dat de strengheid slechts in den uitersten nood moest worden gebezigd. Toch legde zij meer dan eens krachtdadigheid aan den dag: dat had ze van haar vader.
Zeker is het dat zij, de landvoogdes, de Nederlanden tot de rust gebracht [e]n de hervorming hare beste dagen hier beleefd had, toen Spanje haar door den hertog van Alba verving. Ook protesteerde Margaretha hevig bij den koning over die vervanging van staatkunde in de Nederlanden, en betreurde dat haar werk aldus vernietigd werd.
Alba trad inderdaad een gansch anderen weg in, en het miskennen van recht en wet wekte andermaal den tegenstand der edelen op, waardoor zich dan eindelijk het volk liet meêsleepen.
In den aanvang van 1568 vertrok de gouvernante naar Italië, waar zij in 1586 aan de jicht, eene ziekte waarmeê zij bijzonder geplaagd was, stierf. Zij liet eenen zoon achter, uit het huwelijk met Farnese gesproten, die in 1578, dus op drieentwintigjarigen leeftijd, tot gouverneur-generaal der Nederlanden werd benoemd.
Margaretha van Parma bezat ontegenzeggelijke hoedanigheden, en men doet haar onrecht, als men deze wil verkleinen of verloochenen; doch, wij herhalen het, zij had tijdens hare regeering met een berooiden, hebzuchtigen, woelzieken en bedorven adel te doen, die niet zelden hare beste inzichten trachtte te verijdelen.
Onder vrouwelijk opzicht was zij juist niet rijk bedeeld. Had zij recht mannelijke deugden gelijk de jagheresse, zij miste de aangename en wegsleepende vormen van eene Margaretha van Oostenrijk, en de stoppelbaard aan haar kin zette haar uiterlijk juist niet veel vrouwelijks bij.