Ik was er bij.
Wie herinnert zich de schilderij van Florent Willems niet, welke in 1867, te Parijs in de algemeene tentoonstelling zoo schitterend voor de belgische kunst getuigde? Gewoonlijk hebben de onderwerpen van dien schilder niet veel om het lijf: ditmaal stelt de aanschouwer een boeiend belang in hetzelve.
Inderdaad, men volgt het jonge paar met belangstelling in de galerij, waar de meesters van den tijd, de glorierijke daden van hunne landgenooten hebben afgebeeld. Een bekoorlijker catalogus dan de jonge krijgsman bij zich heeft, zou men zich moeielijk kunnen voorstellen.
De jonge freule des huizes wijst met den waaier naar eene marine, misschien wel een Vande Velde, welke een der zeeslagen tusschen Engeland en het kleine Nederland herinnert. ‘Ik was er bij!’ zegt de jonge man kalm, echt ‘hollanderachtig’ maar niet minder fier en zelfs trotsch op zijn krijgsroem.
‘Ik was er bij,’ die woorden zijn overigens de zoetste en schoonste die later een krijgsman uitspreekt. ‘Ik was er bij,’ dat zullen diegenen niet meer zeggen, welke onder in den diepen waterplas slapen en wier naam op de golven niet glorierijk vermeld staan.