Soestdijk.
Wij, Vlamingen, kennen van Holland slechts de groote steden; de schilderachtige uithoeken, die er echter zoo talrijk zijn, blijven voor ons een geheim; dat komt door den spoorweg. Wij reizen niet meer, we vliegen, en we vliegen nog wel altemaal langs denzelfden weg, houden op dezelfde plaatsen stil en verklaren stoutweg: vidi.
Een dier schoone uithoeken is zeker wel Gooiland, en vooral de omtrek van Soest, het vorstelijk Soestdijk. Wie Amsterdam bezoekt, en, vooral zondags, een aangenaam uitstapje doen wil, neme den spoorweg en vliege naar Soestdijk; wilt ge te voet, nog beter.
't Is een schoone weg, die daarheen voert tusschen villa's door, die in rijke afwisseling elkander opvolgen. De natuur is daar weelderig en de gansche streek, vooral aan de eene zijde, houtrijk, terwijl de heuvels, die zich hier en daar verheffen, een bekoorlijk gezicht opleveren. Allengs wordt onder het wandelen de gezichtskring wijder, een prachtig bosch komt op den achtergrond te voorschijn en het terrein, waarin het lustslot gelegen is, vertoont zich eindelijk aan het oog.
Het lusthuis is een modern gebouw van drie verdiepingen, met groote uitspringende vleugels aan weerszijden. Van het ruime voorplein, dat door zware boomen bezet is, klimt men met een twaalftal trappen naar het voorportaal, onder het balkon; achter ligt het gebouw en de vijvers, omringd door schoone tuinen en weelderige wandeldreven.
De eigenlijke stichter van het lustslot is prins Willem III, koning van Engeland. Zooals men weet, werd deze prins in 't jaar 1672, tijdens de onlusten, door den inval der Franschen veroorzaakt, tot stadhouder van Holland en Zeeland en tot kapitein-generaal en admiraal der republiek gekozen. Willem III was een groot liefhebber van de jacht en liet daarom in dit boschrijk oord een jachthuis bouwen, waar hij met zijne jachtgezellen kon uitrusten. Dat was in 1674.
Nadat prins Willem V zich op den 18 Januari van het jaar 1795 met zijne familie te Scheveningen naar Engeland had ingescheept, kwam het domein nogmaals aan den Staat, en zoo bleef het, tot het in 't jaar 1816 eene schoone bestemming kreeg.
De toenmalige prins van Oranje, later koning Willem II, had zich verdienstelijk gemaakt in den oorlog der onafhankelijkheid, en werd door de gansche natie als op de handen gedragen. Geen wonder dan ook dat geheel Nederland juichte toen in genoemd jaar het domein den held van Waterloo als een huldebewijs werd aangeboden. Het gebouw, dat korten tijd voor logement gediend had, werd nu geheel hernieuwd en in den staat gebracht, zooals wij het nu kennen.
Koning Willem II heeft daar als prins gelukkige dagen doorgebracht, voor dat de belgische omwenteling uitbrak en hem later zooveel miskenning ten deel viel. Tegenover het kasteel had men ter zijner eer en ter vereeuwiging van den 18 Juni 1815 een gedenkzuil opgericht. Hij prijkt daar nog altijd en is voorzien van opschriften in vier talen.
Na 's konings dood in 1849 bleef Soestdijk de geliefde verblijfplaats der koningin-weduwe, aan wie de gansche streek zeer veel te danken heeft gehad. Nu is het domein eigendom geworden van prins Hendrik, den broeder des konings.
Vroeger vond men op het paleis een aantal kostbare schilderijen, waaronder het prachtig tafereel, voorstellende den slag van Waterloo, door Pieneman vervaardigd; of dat historische stuk daar nog aanwezig is, is ons onbekend.
Noordwaarts van Soestdijk ligt het beroemde Barensche bosch, dat voor het schoonste van gansch Nederland wordt gehouden.
De Amsterdammer, die gedurende de heete dagen naar lucht en groen snakt als een hert naar het water, is altijd een groot vereerder en trouw bezoeker van Gooiland en omliggende dorpen geweest, doch de reis was kostbaar en het verblijf van korten duur; nu geeft hem echter de Oosterspoorweg gelegenheid, om bijna een ganschen dag in het Barensche bosch door te brengen.