De Belgische Illustratie. Jaargang 7

De fiere jongeling.

Mijn arm is sterk en groot mijn moed,

O Vader, geef me een zwaard!

Misken toch niet mijn jeugdig bloed:

Ik ben mijn Vadren waard.

Er is geen rust of duur voor mij

Dan in den krijgsmansstand;

'k Zou gaarne sterven, fier als gij,

Den dood voor 't Vaderland.

Reeds vroeg als kind speelde ik soldaat,

Sprak ik soldatentaal;

Ik droomde 's nachts van trouw, verraad,

Van strijd en zegepraal.

Soms wekte mij mijn krijgsgetier

Uit strijd en worstling op;

Eens zwaaide ik met een forschen gier

Mijn vuist op 's vijands kop.

Toen gistren onze heldenschaar

Vol moed ten strijde toog,

En langs mijn venster de huzaar

Snel als een vogel vloog:

Toen heeft een bonte knapenzwerm

Hem vroolijk nagejoeld;

Maar ik werd treurig, hief mijn arm,

En heb zijn kracht gevoeld.

Mijn arm is sterk en groot mijn moed,

O Vader, geef me een zwaard!

Misken toch niet mijn jeugdig bloed:

Ik ben mijn Vadren waard.

Germania's.
B. van Meurs.