De wapensmid.
Ze zijn inderdaad ontelbaar de tafereelen uit de dagen der wapensmeden, welke door onze kunstenaars geleverd worden! Er gaat, tot op onze dagen, geene tentoonstelling van eenigen omvang voorbij, of men vindt er nog een of twee van die kenmerkende onderwerpen, in welke nooit de min of meer kunstrijke opstapeling, van al wat het atelier bezit, vergeten wordt.
In de middeleeuwen was de rol van den wapensmid hoogst belangrijk en hij, die de beste blanke wapenen leverde, kreeg in de ridderwereld eene groote vermaardheid. De toepassing van het schietpoeier, in den oorlog, bracht eene aanzienlijke verandering in dit ambacht te weeg, en in onze dagen zijn de wapensmeden, zoo als zij in de middeleeuwen bestonden, gansch verdwenen en door onmeetlijke en gansch ondichterlijke wapenfabrieken vervangen.
In de 14e eeuw splitste zich dit ambacht in twee; de ‘arquebusier’ maakte kleine vuurwapens, musketten, pistolen en wat dies meer; de eigenlijke wapensmid hield zich, zoo als wij hooger zegden, bij de blanke wapens, vooral degens, daggen, lansen, alsook helmen, kurassen, arm- en beenscheenen en wat dies meer.
Hoe het zij, de wapensmid zal voor den schilder en den romanschrijver nog menig belangwekkend, en voor het publiek aantrekkelijk, onderwerp opleveren. Het tafereel, waarvan wij hier eene gravure meêdeelen, is voorzeker een der meest kenmerkende, welke wij sedert lang mochten zien.