zorg toevertrouwde zijne onafgewerkt achtergelaten schilderijen, te voltooien. Rothwell begon zijne loopbaan met portretten te schilderen en hij legde daarbij veel talent aan den dag, vooral in zijne schilderingen van vrouwen, die meestal zeer bevallig van vormen en schitterend van koloriet zijn; men vindt in hem niet weinig van den geest van Lawrence. In 1847 keerde hij naar Ierland terug, maar bleef daar slechts drie of vier jaar. Mismoedigd geen beschermer te vinden, stak tij het Kanaal over naar Parijs; hier en te Brussel werden zijne werken meer op prijs gesteld. Hij stierf te Rome in 1868.
Rothwell schilderde eenige genre-stukken, van welke de ‘jonge bedelaars’ een van de beste is. Wij weten niet juist den datum, maar waarschijnlijk werd het in Ierland vervaardigd, want het gezicht van het meisje is door en door Iersch.
Engelsche kunstkenners maken eenige aanmerkingen op deze schilderij: ten eerste is het paar veel te fatsoenlijk gekleed voor bedelaars van dat land of liever ook van elk ander land; daarbij zijn de gelaatstrekken te vroolijk, te opgewekt, te levenslustig, zoodat men het hen kan aanzien, dat zij met de armoede lachen of liever haar in het geheel niet kennen. Maar niettegenstaande deze al of niet gegronde opmerkingen, blijft het een werk van zeldzame verdienste, even schitterend van opvatting als degelijk in uitvoering.