De Belgische Illustratie. Jaargang 6(1873-1874)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 367] [p. 367] Wat aan den Vlaming niet en past. (Een Volkslied.) Wat, op geen vlaamschen schouder past, Dat is: een naaldgeweer. Al vreest hij, Vlaandrens telg, geen last, Zijn moed geen veld van eer, Toch mint hij meer het akkerveld, Dat hem zijn rijkdom biedt: Een tuig, dat broeders nedervelt, Past aan den Vlaming niet. Een dwaze fransche kleederdracht Voegt aan geen vlaamsche vrouw, Want ijdle zwier en hoofsche pracht Brengt 't huisgezin in rouw. Aan wie, die Vlaandrens schoonen kent, Heeft ooit haar tooi mishaagd? Maar wat Parijs in Vlaandren zendt, Past aan geen vlaamsche maagd. Wat aan den Vlaming steeds misstaat, Dat is: een vreemde spraak, Waarin zijn tong vaak ‘ijzer’ slaat En veeltijds ‘uit den haak.’ Wie Vlaming is, sta op en zing Het gulle vlaamsche lied: De tale van den zuiderling Past aan den Vlaming niet. Antwerpen. A.J. Bultynck. Vorige Volgende