De Belgische Illustratie. Jaargang 6
(1873-1874)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij
[pagina 340]
| |
in de zoutmijn.
| |
[pagina 341]
| |
de smidse van het dorp.
| |
[pagina 342]
| |
O leven! Waar - waar vind ik u?
Waar baad ik in uw stroom?
Daar vind ik u, waar 't harte zingt
Den zang, waar Godes naam in klinkt,
En - God en is geen droom!
Daar vind ik u waar 't bloed ontspringt
Bij 't snerpen van den strijd!
Waar elke slag van smaad en smart
Een schakel breekt, die 't worstlend hart
Wou keetnen aan den tijd!
Het leven!.... Is 't een wentelkolk
Van drijvend wit op zwart?
De doorne, waar de roze bloeit -
De winter, waar de zomer bloeit,
Is 't alles? - Vreugd en smart?
Neen, neen! Daar vind ik 't leven niet!
Zoo vadsig niet gesloofd!
De ziel is dood, die slapend huist
In 't lijf, en in geen driftstorm bruist
Naar 't werkend, strijdend hoofd.
Vooruit! Daar vind ik 't leven mij:
In 't knerzen van den strijd!
Met moed den hiel in 't zand gedrukt
Die, tegen wil en dank, ons rukt
Ginds, waar het kruis verblijdt!
O, daar is 't leven! Ave Crux,
Omslingerd met gebloemt’!
Val drukkend zwaar op 't harte mij:
'k Omhels u, kruis, en 'k benedij
De wereld, die mij doemt.
Oostende.
Dr. Eugeen van Oye.
|
|