voortreffelijk geschikt om te luierikken en met de hengelroê te visschen.
Het gezicht van het Vlaamsch-Hoofd op de stad is inderdaad prachtig. Antwerpen strekt zich langs den breeden stroom uit; de reê is meestal bezet met groote schepen die ten anker liggen, en de beweging op de rivier is bij zomeravond recht dichterlijk.
Des avonds en des nachts biedt dit gezicht op Antwerpen een gansch verschillend karakter aan, dan als de gaz-lichten op den overkant ontstoken zijn, en zij met hunne lange, gloeiende staarten den diepen en donkeren vloed trachten te peilen.
Het Vlaamsch-Hoofd behoort wel is waar tot de provincie Oost-Vlaanderen, doch, uiterste voorpost van dit gewest, is zijne geschiedenis teenemaal met die van Antwerpen verbonden en men beschouwt het ook als tot die stad hoorende.
Een oogenblik, en dit in den loop van 1873, was er spraak zijn grondgebied bepaald aan de provincie Antwerpen te hechten, namelijk toen de Société Générale, van Brussel, het plan ontwierp op den linkeroever der Schelde, eene stad met scheepvaart-inrichtingen te bouwen en deze, door eene brug, met het oude Antwerpen te verbinden.
Bij het ontstaan dezer nieuwe stad, zou het versmelten derzelve met Antwerpen noodzakelijk geoordeeld zijn en het Vlaamsch-Hoofd ware in die versmelting verdwenen. Nu die reusachtige plannen in de moerassen op den linkeroever verzonken zijn, blijft het Hoofd bestaan; echter zal de brug, die niettegenstaande dit over de rivier geslagen wordt, eene zekere uitbreiding aan hetzelve geven.