Middeleeuwen.
Ik kan voor geen domme eeuwen houden, die waarin uitgevonden werden: de uurwerken, de windmolens, het papier, de zeesignalen, de kasseiing en verlichting der straten, het schilderen met olieverf, de godshuizen voor de grijsaards en de kinderen; toen door een monnik (Vigilus) de antipoden en door een ander (Roger Bacon) de luchtballen en de stoom werden voorzegd. Ik kan geen tijdstip veroordeelen, tijdens hetwelk zoovele gemakkelijkheden in het gewone leven werden ingevoerd: de schouwen, de koffie, de suiker, de tafellakens, het braadspit, de kristalspiegels; een tijdstip, dat den grond-eigendom vrij maakte en door zijne verbrokkeling, de gelijkheid en de rechtvaardigheid voorbereid Je; dat den manufactuur-rijkdom opbeurde, vernietigd sedert Rome op Carthago de bovenhand bekwam; dat dezen vergrootte door den wisselbrief; dat de moeilijkste vraagpunten, opzichtens het mecanismus, zag oplossen; dat aan de scheikunde de aluin, het amoniakzout, het sterk water en een aantal vlugzouten gaf; aan de europeesche tuinen de meeste onzer groenten en nuttige planten, alsmede de prachtigste bloemen; aan de weelde de zijde; aan de ruiters stijgbeugel en zaal; aan het gezicht de optiek-glazen; aan de scheepvaart het kompas; dat, kortom, al den vooruitgang verzekerde door het buskruit en de drukkunst.
Cantu.
muzikale monniken.