Liefde.
De liefde is overal in de wereld, maar zij neemt kluchtige gedaanten aan. Zij vliegt als een engel op rozenvleugels, en kruipt, met een bult achter en voor, op klompen rond. Zij spreekt met tongen, gelijk de Apostelen op het eerste pinksterfeest, of zit daar als een onnoozel kind, 't welk de schoolmeester met het abcboek op den mond geslagen heeft. Zij schenkt diamanten en kronen, en de oude inspektor Schrekker dong naar de hand mijner tante Christine, met een vetten kalkoen.