Muizen- en katten-verdriet,
naar eene schilderij door Van den Bossche.
Op de keukentafel staan eenige voorwerpen, welke waarschijnlijk nog door de hand der marmitkoningin moeten gaan, om in smakelijke spijzen hertooverd te worden. Die voorwerpen zijn hier echter slechts bijgaande zaken; het muizen- en katten-verdriet is, in deze doode natuur, de hoofdzaak.
Voor het venster zit, in loerende beweging, de kat, die het juist niet op den selderie, de ruwe appelen of de citroenen gemunt heeft; maar wel op de twee vlugge langstaartige muizen, die rond de glazen stulp snuffelen.
Voor de kat is het wel degelijk de straf van Tantalus; maar ook de muizen onderstaan die straf, want hoe zij langs de stulp zoeken, er is daar geen spleetje dat haar toegang kan geven tot het malsche stuk goudsche kaas.
De schilder Van den Bossche is een onzer landgenooten; verscheidene zijner stukjes versieren engelsche kabinetten.