daad, onder alle opzichten hartroerend.
Het voorgestelde tafereel is eenvoudig, zegden wij; 't is schier aan de zee een alledaagsch drama. De echtgenoot der jonge weenende is vertrokken. Verre in het verschiet ziet men het zeil der pink nog, die reeds niet grooter meer is dan eene zwaluw met uitgestrekte vleugels. Nog eenige oogenblikken en zij zal ten eenemale uit het gezicht verdwenen zijn.
Waarom weent de vrouw ditmaal zoo bitter en kan de buurvrouw hare smart niet sussen? Haar man vertrok immers zoo ontelbaar dikwijls? Storm en onstuimige zee had hij beleefd, doch altijd was hij behouden teruggekeerd!
Luister: vandaag voor de eerste maal heeft de vader het jongske meêgenomen, den eenigen lieveling, dien zij van God gekregen had en zie! dat verlaten, die eenzaamheid thuis, maken haar bedroefd tot der dood toe. Indien ditmaal de zwakke pink, die de twee eenigste wezens draagt welke zij liefheeft, niet terugkeerde....
Er ligt iets onheilspellends in de natuur: de hemel is donker; de meeuwen drijven met bang geschreeuw over de vlakte, en scheeren de golven; de kleine hond, de lieveling van den kleinen jongen, loopt ongeduldig en jankend over het strand, spitst de ooren, staart in zee en dreigt in het water te springen om zijnen kleinen meester te volgen. Doch meer dan dat - in het hart der moeder spookt de onrust.
Neen, hij had den jongen ditmaal niet moeten meênemen.
Luister, moeder; geloof, hoop en bid! Heb vertrouwen in Hem, die ons aller Vader is, en zooals uw knaap vertrouwend zeggen zal, wanneer de storm opsteekt: ‘Vader staat aan 't roer!’ zeg gij dit ook, maar gij, moeder, zeg het, doelend op den Vader hierboven. Die ook staat aan het groote roer van alles, en die toch zal wel zorgen dat het wèlgaat met uwen lieveling en dat hij behouden van zijn eersten tocht wederkeert!