De Jerusalem-kerk.
Wie het zoo dichterlijke Brugge bezoekt, zal de Jerusalem-kerk niet vergeten. Is de daaraan verbonden overlevering in alle deelen juist? Wij gelooven het niet. Hoe het zij, wij deelen ze hier meê, zoo als zij ons werd voorgehouden, toen wij eens gemelde kerk bezochten.
In de eerste helft der 15e eeuw had Brugge, Peter Adornes tot burgemeester, oorspronkelijk uit Genua. In zijne jeugd had deze magistraat het H. Land bezocht, en nu eindelijk te Brugge gevestigd, wilde hij zijne nieuwe vaderstad met eene kerk, gelijk aan die van het H. Graf, begiftigen.
Het was in 1431, dat men de grondslagen van deze kerk legde; doch terwijl men den tempel optrok, kreeg Adornes twijfel opzichtens eenige bouwkunstige bijzonderheden en hij besloot andermaal naar Palestina te reizen, en de kerk van het H. Graf nauwkeuriger op te nemen.
Men beweert zelfs dat die tweede reis ondernomen werd, omdat Adornes aan de grootte van een enkel venster twijfelde.
Ware dit zoo, dan zou de gelijkenis, dunkt ons, treffender zijn. Volgens schrijvers, die in onze dagen dit onderwerp behandelden, komt de bouwing niet overeen met de teekeningen, die er van het H. Graf te Jerusalem, in de 16e eeuw, bestaan. Adornes moet dus eene andere kerk hebben nagevolgd, of wel die gedeelten, welke hij heeft nagebootst, moesten in gemelde eeuw reeds verdwenen zijn.
Wat de meeste schijn van waarheid heeft, is, dat de vrome bouwer zich op de kerk van het H. Graf zou hebben geïnspireerd. Inwendig heeft de bouworde inderdaad iets oostersch, en onder dat opzicht verschilt zij ten eenemaale met de andere kerken in België.