De Belgische Illustratie. Jaargang 6

[p. 241]

[Nummer 31]

De Vaux-Hall te Brussel.

‘De Vaux-Hall,’ zal men zeggen, ‘dat is toch zeker wel een voortbrengsel van onzen tijd!’ Men zou het inderdaad denken; doch die instelling dagteekent reeds voor eene eeuw, even als te Londen waarvan baron de Bielfeld, in zijne wetenswaardige brieven, spreekt.

de vaux-hall te brussel.

Mann, in zijne Histoire de Bruxelles, zegt, dat het hedendaagsche Park in 1774 werd aangelegd en het is in hetzelfde boek dat men het eerst van de Vaux-Hall ziet gewag maken. Immers, de schrijver zegt: ‘In een der boschjes, aan de oostelijke zijde van het Park is een Vaux-Hall. De ondernemers van die Vaux-Hall houden open tafel en geven te eten in kleine, afgezonderde kabinetten. In die omheining er tevens een schouwburgzaal en verscheidene winkels.’

Doch de naam? Lezer, Vaux is een eigennaam. Deze Vaux had kort

[p. 242]

te voren te Londen eene zoogezegde hall opgericht, waar het publiek zich in denzelfden aard kwam verlustigen, en men noemde die plaats Vaux-Hall.

Brussel heeft, jammer genoeg, sedert lang geen eigenaardig leven meer: het volgt na, doch het schept niets zelf. 'Al wat een groot centrum doet, doch bovenal Parijs, volgt het na; het neemt in dit geval de daad niet over en schikt ze naar eigen aard en zeden - neen! het neemt daad en naam over: kortom, het aapt enkel na.

De Alcazar, de Alhambra, de Pré Catelan en boulevards, en wat zoo al meer, zijn van vreemden oorsprong en invoer; zoo ook was het reeds in de verledene eeuw met het woord Vaux-Hall.

De concerten in de Brusselsche Vaux-Hall dagteekenen van 1851 of 1852. Onze teekening is genomen uit de dagen toen die avondfeesten in vollen bloei waren, en telkens door eene dichtgepakte volksmenigte werden bijgewoond.