Elk zijn deel.
Arm ziet het er wel uit in dat kamerke, ons door den schotschen schilder Tyfe voorgesteld! Het doet inderdaad aan eene soort van ruïne denken, in welke de muur zoo brokkelig is als het houtwerk en de vloer; doch hoe arm ook, heeft ieder levend schepsel, in dat verblijf, zijn geëvenredigd aandeel: de vogel heeft zijn zaad, de hond den afval, de knaap zijn schotel melk.
Jammer dat Filax de gelijkheid verbreken wil, door het deel van den jongen in te palmen, nadat hij in een omzien zijn aandeel deed verdwijnen, niets overlatende dan een harden schenkel, dien hij gaarne verwisselen zou voor iets dat verteerbaarder is.
‘Elk zijn aandeel!’ zegt de jongen, den vinger bestraffend opheffend. ‘Omdat gij zoo rap in het slokken zjjt, hebt gij geen recht op het aandeel van anderen.’
En dit is des te meer waar, dewijl de hond er ruim zoo goed uitziet als de jonge meester; de pels is niet van talrijke luchtgaten voorzien, gelijk de broek van den knaap; hij zit duchtig in het vleesch en nog vraagt hij naar ‘meer’, dan hetgeen hem rechtvaardig toekomt!
Dat is hondsch zal men zeggen; ja gewis, maar 't is aan Filax te vergeven; hoeveel menschen handelen niet even hondsch, en trachten ook het aandeel van anderen in te slorpen? Hoe meer zekere menschen bezitten, hoe dikker hun pels is, hoe afgunstiger zij opzien naar het deel, anderen toegerekend, alsof niemand leven moest dan zij alleen.
Integendeel, ‘elk zijn aandeel!’ moest meer en meer, in de samenleving, de spreuk in toepassing zijn. Slechts dan zal het goed gaan in de wereld, en de ware, de oprechte, de eenige mogelijke gelijkheid - de geëvenredigde - in der waarheid zal bestaan.
Zal de hond de zedepreêk van zijn jongen meester verstaan? Wij vreezen evenmin als zekere menschen.
Tyfe is een zinrijk kunstenaar, wiens naam ons nog vreemd in de ooren klinkt. Zonder de teekenstift en de houtgravuur, zou hij ons wellicht immer onbekend gebleven zijn; dank aan deze, worden de namen der kunstenaars eindelijk, gelijk die der dichters, in korten tijd, de wereld rondgedragen.