[Nummer 15]
Baron d'Anethan.
Baron Jules d'Anethan is te Brussel in 1803 geboren. Hij werd student aan de hoogeschool van Leuven, bekwam zijn diploma van doctor in de rechten in 1824, was twee jaren later substituut van den prokureur des konings te Kortrijk, later te Dendermonde, waar hij, bij het uitbersten der omwenteling van 1830 als rechter werkzaam was, om kort nadien als zoodanig te Antwerpen op te treden.
baron d'anethan.
Na te Leuven de functie van prokureur des konings bekleed te hebben, werd hij benoemd tot substituut van den prokureurgeneraal bij het hof van Beroep te Brussel, en eindelijk den 14. April 1834 tot advokaat-generaal.
Het was in dit ambt dat d'Anethan, onder ander, te worstelen had met den beroemden parijzer advokaat Chaix-d'Est-Ange, die als verdediger optrad in het beruchte proces van Caumartin.
Den 16. April 1843 trad d'Anethan als minister van Justicie op, en werd in 1844 tot vertegenwoordiger van het arrondissement Leuven, voor de Kamer gekozen. Den 12. Augustus 1847 legde hijdeportefeuille neêr en het jaar nadien hield hij op deel te maken der Kamer. Den 3. Augustus 1849 benoemde hem het arrondissement Thielt tot senator.
Den 2. Juli 1870, het liberaal kabinet gevallen zijnde, vormde baron d'Anethan het kabinet, waarvan de heer Victor Jacobs deel maakte, en dat voor het straatlawijd - zoo wilde 't de koning - welhaast moest aftreden. In 1871 verliet dit kabinet de portefeuille, na, gedurende den franschduitschen oorlog, ontegenzeggelijke diensten te hebben bewezen.
Baron d'Anethan is een man van buitengewoon talent; zoowel in het departement van Justicie, als in dat van Buitenlandsche Zaken, hetwelk hij in het kabinet van 1870 beheerde, en waarbij zelfs voor eenigen tijd dat van Openbare Werken gevoegd was, heeft hij blijken van helder doorzicht gegeven.
Als redenaar bekleedt hij een der eerste plaatsen in het belgische Parlement; zijn woord heeft gezag, zoowel in Kamer als in Senaat. Als schrijver deed baron d'Anethan zich door eenige vlugschriften kennen, ter verdediging van de vrijheid van liefdadigheid.