De Moezel (Mosella) neemt haren oorsprong in de Vogeezen en wel aan het gebergte Drumont; te Pont-à-Mousson wordt ze bevaarbaar en werpt zich te Coblentz in de armen van den ‘grootvorst van Europa's stroomen,’ zoo als Vondel den Rijn noemt. Alzoo heeft de Moezel de Vogeezen, de departementen der Meurthe en der Moezel, een deel van het groothertogdom Luxemburg en Rijn-Pruisen doorloopen, alvorens tot hare bestemming te zijn gekomen.
Op haren oever liggen de steden Epinal, Toul, Pont-à-Mousson, Metz, Thionville, Trier en Coblentz - de vijf eerste steden vooral beroemd geworden tijdens den laatsten fransch-duitschen oorlog. De stoomvaart is ruimschoots op de rivier toegepast, en hierdoor heeft het vervoer van Moezelwijn en andere voortbrengsels der verschillende departementen, eene aanzienlijke uitbreiding bekomen.
De Moezel, met hare rijke verscheidenheid van natuur, nu eens wild, grootsch, dichterlijk, dan weêr lachend, bebouwd met wijngaarden en oogsten; hier met puinen van kasteelen uit het verledene, daar met villa's nog vol leven en bloei, ginds met dorpen en steden zich in de rustige rivier spiegelend - de Moezel levert inderdaad afwisseling genoeg op, om den moeielijksten reiziger te bevredigen.