Volkszaal in het stadhuis van Audenaarde.
Wat is dat Vlaanderen rijk aan prachtige gebouwen, die de macht der gemeente in de middeleeuwen verkondigde! Onder de steden, welke het rijkste in aloude kunst en grootheid zijn, bekleedt Audenaarde voorzeker eene eerste plaats. Zijn stadhuis is een juweel van bouwtrant: het gelijkt in zijn beneden gedeelte aan dat van Brussel, en in zijne verdieping aan dat van Leuven, en werd van 1525 tot 1550, onder de leiding van den bouwmeester Pede, van Brussel, voltooid.
Volgens de chronijken kostte die bouw niet minder dan 86 600 pond parasis. De toren, die het sierlijke gebouw bekroont, is veertig meters hoog en geeft aan het geheel een gansch bijzonder karakter.
Is het stadhuis uitwendig, zooals wij zegden, een juweel, dan bevat het ook inwendig menig opmerkenswaardig kunstsieraad, ofschoon bij dergelijke gebouwen, over het algemeen, meer aan het uitwendige dan wel aan het inwendige besteed is. Het stadhuis is voorzien van twee zalen, de raadszaal en de volkszaal.
De eerste bevat een portaal in den stijl-renaissance en eene schouw in den spitsboogstijl, welker weêrga men niet licht ontmoeten zal; de tweede (zie onze gravuur) bevat insgelijks eene schouw, welke sierlijk gebeiteld is en de voorliefde van menig schilder is geweest.
Audenaarde, voorheen zoo belangrijk als oorlogsplaats, is nu een Stil, doodstil stadje. Zijne geschiedenis klimt op tot in de dagen der Romeinen; zij levert meer dan eene belangrijke bladzijde op in de middeleeuwen en tot in de XVIIIe eeuw, in 1708, doet zij den naam van die vlaamsche gemeente hoog klinken. Onder vele beroemde personen te Audeaarde geboren, meldt men Margaretha van Parma, natuurlijke dochter van Karel V, gouvernante der Nederlanden van 1560 tot 1567, alsmede den geschiedschrijver Raepsaet, in 1832 overleden.