de Staten bijeen riep om, over den toestand, die zeer nijpend werd, te raadplegen. De Bruggenaars, die het eens waren met de Gentenaars, namen hem echter gevangen (1488) en stelden hem eerst, na vier maanden, in vrijheid en nog slechts na de tusschenkomst van de Staten, den keizer Frederik III, Maximiliaans vader en den Paus.
De Vlamingen namen echter hunne voorzorgen: alvorens Maximiliaan los te laten, vroegen zij eene overeenkomst, waarbij verklaard werd dat niemand om reden van den oproer zou vervolgd worden; verder werden er nog een aantal punten geëischt en ook geoctroyeerd, Zelfs Philips van Cleef werd gemachtigd om aan het hoofd der vereenigde Vlamingen tegen Maximiliaan op te trekken, indien deze aan de overeenkomst te kort bleef.
Frederik III viel in Vlaanderen, verklaarde de overeenkomst, te Brugge gesloten, van geener waarde en sloeg het beleg voor Gent, hetwelk door Philips van Cleef verdedigd werd. Deze veldheer had, met veel doorzicht, op de bedreigde punten verdedigingswerken doen oprichten, en en op een dezer punten wierp het gentsche magistraat den grondslag van het bolwerk dat men ‘het Rabot’ noemt.
Een vlaamsch opschrift in gothische letters, maakt van die stichting gewag. Het meldt dat de roomsche keizer den 5 Juni 1488, op H. Sacramentsdag, zijn legerkamp voor Gent, te Everghem, neersloeg en daar veertig dagen verbleef; dat ook de roomsche koning voor de stad, die zonder verdediging was, legerde en men in drie dagen tijd zeer schoone aarden wallen opwierp; eindelijk dat de eerste steen van het bolwerk werd gelegd den 13 Juni 1489, met het inzicht de stad met muren te omringen, ter verdediging van ‘de goeden insetene vâ Ghend.’
O-O.