De dag van het overlijden.
De jaardag van het afsterven van geliefde personen is een dag die voorzeker bij iedereen droevige herinneringen zal opwekken. Heeft men echter den dood van een vader of eene moedor te betreuren, dan is zulk een dag dubbel smartvol. Alle bijzonderheden van het sterfbed komen nogmaals voor den geest terug en herinneren meer dan ooit aan het groote verlies dat men toen ondergaan heeft. In dit geval verkeeren de beide personen der gravure op bladz. 389.
Het was nu juist drie jaren geleden dat hun geliefde vader het tijdelijke met het eeuwige had verwisseld. Voor de kleine was deze gebeurtenis niet zoo pijnlijk geweest, daar zij nog te jong was. om lang onder den indruk van het onherstelbaar verlies te blijven, doch voor hem, voor den achttienjarigen jongeling was dit een slag die hem des te harder trof, daar hij zijne moeder reeds verloren had, toen deze aan zijn zusje het aanzijn schonk.
Nooit vergeet hij den avond, toen men zijn vader, de fiere ridder, die - van een feest op een naburig kasteel wederkeerende, door een onverwachten sprong van zijn paard uit den zadel gelicht, het ongeluk had door het verschrikte dier doodelijk getroffen te worden - zwaar gewond thuis bracht. Nooit gaat die droevige nacht uit zijn geheugen toen zijn vader, op zijne sponde uitgestrekt, onder de hevigste smarten den geest gaf, hem in afgebroken woorden op het hart drukkende altijd de beschermer zijner zuster te zijn.
Snikkende had hij het zijn stervenden vader beloofd, die door deze belofte met een gerust gemoed denzelfden nacht nog zijne ziel aan haar Schepper wedergaf.
Ja, de beschermer zijner zuster zou hij zijn en blijven! Nu hij geen andere wenschen van zijne ouders meer kon vervullen, wijdde hij geheel zijn leven er aan, de laatste bede zijns vaders te voldoen, en dit met des te meer liefde, daar zijne zuster hem voortdurend herinnerde aan zijne dierbare moeder.
Ofschoon nu verre van het ouderlijk graf wonende, had hij dagelijks de kleine gesproken van hunne, helaas! te vroeg ontslapene ouders, van de liefde en genegenheid, die zij voor hen gekoesterd hadden en zoodoende in het hart van het meisje hun beeld levendig gehouden.
Op den dag van het overlijden van het laatste beschermende wezen dat zij op aarde bezaten dan vooral stond hem dien droeve nacht met al zijne treurige bijzonderheden voor den geest en gingen zij dan ook troost zoeken aan het graf waarin hun eenige schatten voor altijd lagen te sluimeren, ja, jaarlijks deden zij eene bedevaart naar het heiligdom waar het laatste overschot hunner ouders rustte, en ook nu zien wij hen daar aan dien heiligen plicht voldoen. Het meisje bidt vurig voor die goede moeder, voor dien braven vader, die zij reeds zoo vroeg moeten missen. Ook hij staat in overweging verzonken, bij het graf dat het dierbaarste wat hij op aarde bezat, in zich bevat. Drie jaren waren reeds voorbij gegaan en toch is het alsof het gisteren gebeurd was, zoo levendig staan hem al die droevige gebeurtenissen voor den geest. Aan het graf vernieuwt hij het voornemen om de laatste bede zijns vaders na te komen en een blik op het onderwerp daarvan, doet hem op nieuw tranen storten.
Treffend heeft de belgische kunstenaar Huard dit oogenblik weergegeven. De biddende kleine, de in gepeinzen verzonken jongeling, het praalgraf, waarop in marmer het beeld zijns vaders, het wapenschild aan de muur der kapel - dit alles vormt een geheel zulk een kunstenaar waardig.