Een oogenblik rust.
Waar men ook ter wereld de landelijke bevolking in haar gewone doen aantreft, men zal wel eenig verschil van landaard en andere onderscheidingen van geringer beteekenis ontdekken, maar over 't algemeen wordt één voorname trek stereotiep waargenomen, namelijk het vasthouden aan het oude.
Ook zij, de landlieden, staan daarom niet stil doch de gejaagdheid waarmee de bewoners der steden, vooral der groote steden, in hun ondernemingen en zwoegen vooruitgaan, is bij de eersten een zeldzaam verschijnsel. Zij gaan in vele zaken gemeenlijk denzelfden gang, die reeds vóór honderde jaren gegaan werd.
Het tafereel der gravure van pag. 292 is wel van locale kleur en het eigenaardige ontbreekt daaraan niet. Evenwel, die put met zijn stellage zooals die reeds eeuwen geleden zich vertoonde, was vroeger en is nog voor de bevolking der streek een oase in de woestijn, waar zij altijd een oogenblik halt maken, hij is voor haar een wegwijzer, een station. Het tuig van het lastdier is waarschijnlijk nog van dezelfde soort als in overoude tijden, het wordt niet veranderd omdat liet zoo beter past. Bijna alles is er misschien nog bij het oude en is er wellicht niet slechter om.