De woordvoerders der middel-fractie in het duitsche parlement.
't Is vooral sinds de verpletterende nederlagen van 't ongelukkige Frankrijk, dat een machtige partij in 't duitsche rijk, vreugdedronken van de vele zegepralen, zich groot wil maken ten koste van de overige staatsburgers, en niet meer met een glimp van recht, maar in brutale rechtsverkrachting zich baan maakt naar haar doel. Dat doel is, naar het eigen zeggen van die partij in het volle Parlement, niets meer of minder dan de Katholieken tot slaven te maken, zoo 't mogelijk is.
Krachtigen wederstand heeft die partij steeds en ook thans nog in het Parlement gevonden bij de centrums-fractie, bij mannen, die vóór onrecht geen anderen naam weten dan onrecht.
De leiders en voornaamste woordvoerders van die fractie, wier schitterende en soms bliksemende redevoeringen tot zelfs in het buitenland een echo vonden, men kent ze: Dr. Windthorst, v. Mallinckrodt, Dr. August en Peter Reichensperger.
Windthorst, de volksman bij uitnemendheid, de wakkere en strijdlustige kampioen voor het vertreden recht, Windthorst was het, die 't eerst den handschoen opnam en zijn speer velde.
‘De afgevaardigde, de heer Wagener,’ zeide hij, ‘heeft ons herhaaldelijk en in de grofste bewoordingen te verstaan gegeven, dat hij en zijn partij den strijd willen tot den bloede toe met ons, de vertegenwoordigers van 't grootste gedeelte van het katholieke volk. Mijne Heeren, de Katholieken van Duitschland verlangen niet naar een oorlog, zij wenschen in vrede te leven. Indien gij hun dit niet wilt toestaan, indien gij hun den oorlog wilt verklaren op zoo brutale manier, - wel dan zult gij dien hebben, wijl wij gedwongen worden ons te verdedigan met al de energie die in ons is.’
In dien strijd tegen de overmacht vond de gevierde redenaar een heldhaftigen, eveneens in den krijg geharden wapenbroeder in v. Mallinckrodt, die zelfs door zijn tegenstanders genoemd wordt: ‘een ridder zonder vrees noch blaam, die nooit zijn harnas aflegt, en altoos bereid is een lans te breken voor zijn overtuigingen.’
Vele lauweren hebben zij, alsook de gebroeders Reichensperger behaald, al waren hun ook niet de eind-overwinningen beschoren.
Het geweld heeft tot nog toe gezegepraald, maar hun tegenstanders zullen zelven moeten bekennen, dat de partij van Bismarck ‘alles gewonnen heeft behalve de eer.’
Om het te ‘winnen,’ waren dan ook alle middelen voor die partij gereede middelen, en deze zijn van dien aard geweest, dat een der Reichenspergers in het Parlement uitriep: ‘Daardoor,’ - door den dwang namelijk van tot alle middelen zijn toevlucht te nemen - ‘heeft het moderne liberalisme zich bankroet verklaard.’
Niet alleen Duitschland, maar geheel Europa heeft dankbare verplichting aan mannen, die, als vertegenwoordigers van een deel der duitsche natie, strijd voeren tegen een stelsel, gelijk thans in het duitsche rijk wordt vooropgezet door de regeering. Zulk een stelsel van despotisme onderscheidt zich naar binnen door verachting van den gulden regel: ‘recht voor allen,’ en naar buiten door een ontembare zucht tot uitbreiding van gebied. Een zoodanig systeem tot grondslag voor Duitschland is een altijd dreigend gevaar voor de rust en den vrede van Europa.
Zoo die rust en vrede desniettemin bewaard blijven, zal men dat mede te danken hebben aan hen, die zoo onversaagd, zoo ridderlijk daarvoor kampen in het parlementaire strijdperk.