Gezicht op de Theems.
De Theems, een betrekkelijk kleine stroom, doch wat het handelsverkeer aangaat, de drukste rivier ter wereld, heette oudtijds Tamesis en had dien naam, naar men wil, te danken aan de samensmelting van de benaming, welke het bovenste deel van den vloed draagt: Isis, en die van een der zijtakken: de Tame. Zij doorsnijdt in haren loop de wereldstad Londen, en wel over een lengte van meer dan anderhalve geographische mijl.
Ruim twee eeuwen reeds hebben hare golven aanhoudend de voortbrengselen van elk klimaat gedragen en veel van den rijkdom aller werelddeelen de groote stapelplaats doen toevloeien, die aan haar oevers verrijst.
Hoe meer men in een tochtje op de Theems het handeldrijvende Londen nadert, des te levendiger toont zich het gewoel op den breeden stroom. De booten en schepen en schuiten komen en gaan, zwenken langs en door elkaâr, en geven aan 't geheel een bijna verwilderd aanzien. Alom spat het water op bij den slag van boom of spaan, terwijl de lichte vaartuigen huppelen en duikelen in de zwellende, bruisende golving, die de talrijke stoomers veroorzaken. De voortgang van de stoomboot is als een moeielijke doorworsteling, waarbij de ruimte voet voor voet wordt betwist. De stuurman let nauwkeurig op de tallooze bootjes, die uit den weg moeten en aan weerszijden op nog geen twee palm afstands van de raderkassen voorbijsnellen. De vele schepen en schuiten vervolgen mede hun vaart door die schijnbare verwarring, en bij het schreeuwen en razen van den stuurman blijft de overige bemanning zeer koeltjes, schijnt zelfs niets daarvan te hooren. Elke minuut loopt men gevaar in botsing te geraken met alles wat rondom zich beweegt, terwijl de matrozen der geankerde vaartuigen aan beide oevers rustig over de verschansingen leunen, hun pijp rooken en om elke moeielijkheid lachen.
Wanneer men denkt aan de vele interessante gezichtspunten, die de Theems binnen Londen oplevert, aan de merkwaardige gebouwen en de prachtige kaaien, die zich langs zijn boorden verheffen, dan kan men wel aannemen dat ook de teekenaar Doré verlegen heeft gestaan, toen hij hier een of andere greep moest doen.
In een zijner londensche gravures, die op de Theems betrekking hebben, heeft hij een verrassend gezichtspunt gekozen, en wel op een dat ook de zoo drukke rivier in betrekkelijke rust verkeert. Die hooischuiten - een alledaagsch gezicht, zou men meenen - en op een dezer de groep rustenden, die voor een wijle de zorgen vergetend, zich op het hooidek hebben neergevlijd; op den achtergrond dat donkere, ondoordringbare woud van masten en tuigage, eindelijk het effect van 't maanlicht, dat door het net- en slingerwerk van het want breekt, dat alles vormt een eigenaardig geheel.