De geheime brief.
Te midden van zijn eentonig beroep denkt de brievenbesteller er wellicht niet aan, dat hij zooveel afwisseling teweegbrengt in 't leven; hij denkt er niet aan, dat in zijn brieventasch hoop, verrassing, vreugd en vertwijfeling liggen verborgen; dat, als hij zijn ronde gedaan heeft, 't een of ander studeerend jongmensch zich wellicht ontevreden op de canapé heen en weer wiegt, omdat zijn papa goedvindt zijn luchtkasteelen vooreerst af te breken; dat een rechtgeaarden zoon of dochter een traan uit het oog rolt, wegens de hartelijke liefde en zorg van moeder; dat een koopman of rentenier zich de haren uit het hoofd trekt, enz. enz..
O, dat nietige briefje is van zoo groote beteekenis! Wat de mond niet durft uitspreken, dat wordt aan de vrijmoedige bescheidenheid der enveloppe toevertrouwd; een brief wordt met evenveel spanning en onrust verwacht als een naaste bloedverwant; een brief is soms een evenement in 't leven.
De arme held van Nicolaas Nickleby, die, nadat hij aan den ellendigen schooltiran Squeers zijn eerlijk gemoed had gekoeld, drie dagen in 't akeligst weder te voet gereisd had, gevoelde geen dringender behoefte dan 't relaas van een brief te hooren, welks inhoud hem echter goed bekend was.
‘Morgen ochtend,’ zeide hem Newman Noggs, ‘wacht tot morgen!’
‘Wat zou dat baten?’ vroeg Nicolaas.
‘Gij zult beter slapen!’
‘Slechter zou ik slapen. Slapen! Hoe uitgeput ik ook ben, en hoezeer ik ook rust noodig heb, zal ik den ganschen nacht geen oog kunnen toedoen, als gij mij niet alles zegt.’
De jonge dame van nevensgaand tafereel schijnt ook wel een weinig het slachtoffer van een nieuwsgierigheid als Nicolaas Nickleby aan den dag legde. Waarom toch moet de dienstbode haar tersluiks toonen dat er voor haar een brief is gekomen, en dit in tegenwoordigheid van den wantrouwigen oom, die er niets van mag weten? Waarom niet gewacht tot een veiliger oogenblik?
De voorliefde van Otto Erdmann voor tafereel jes uit het leven der voorgaande eeuw is vooral hier op zijn plaats. Geeft aan de drie personages de tegenwoordige kleederdracht en ieder vraagt: ‘Wel als de aankomst van den brief geheim moet blijven, waarom is er dan niet eenvoudig: ‘Poste restante’ op geschreven?’