Kensington garden.
In een der voorsteden van Londen staat het hoogst eenvoudig lustslot Kensington House, waarin de tegenwoordige koningin van Engeland werd geboren. Is 't gebouw onaanzienlijk en schier onbekend, te schooner en beroemder is 't park, dat zich drie engelsche mijlen in 't rond er om uitstrekt. Den aanleg daarvan heeft de hoofdstad aan koningin Caroline, de gemalin van George II, te danken, en 't behoort thans met het Hyde Park en St. James Park tot de voornaamste der vele wandelplaatsen van Londen.
Zijn de bewoners der engelsche hoofdstad trotsch op hun wandelplaatsen, zooals de Parijzenaars? Ten minste zij maken er een veelvuldig gebruik van, gelijk een blik op nevensgaande natuurgetrouwe teekening aantoont. De menigte voetgangers en ruiters zouden haast aan 't schouwspel van een wedren of iets dergelijks doen denken, als 't zich van Londenaars niet zeer goed liet verklaren, dat zij voor hun pleizier kunnen wandelen op een wijze, die zeker geen onzer buitenlui zou bevallen. Overigens heeft de meesterlijke teekenstift van Gustave Doré zich ook hier niets laten ontsnappen, wat kenschetsend is voor 't londensche volkskarakter. Slaan wij slechts 't oog op de zitbank rondom den reusachtigen boom. Daar zitten een door verveling gekwelde soldaat, een afgeleefde grijsaard, grove arbeiders en een paar deftig gekleede jonge dames heel verdraagzaam naast elkander als waren zij leden van een zelfde gezin. Zou men zulk tafereel in de geïllustreerde beschrijving van een ander onzer hoofdsteden terugvinden?