De Hongaarsche herder.
't Is opmerkenswaardig: in die landen, waar 't woest geschal der krijgstrompet steeds met graagte gehoord werd, hoog in eere zijn daar tevens de streelende tonen der vreedzame herdersfluit.
Mlle DE SOMBREUIL.
De volken, die op de helden bogen, door Griekenland's en Rome's dichters bezongen, zij hoorden ook gaarne de liederen van Bion, Moschus, Theocritus, Virgilius, enz., die hun de bekoorlijkheden schilderden van 't herdersleven, te midden der beemden en lachende landouwen van hun vaderland.
Dat zelfde geldt van 't land der Magyaren. Krijgszuchtig en als een heldhaftige natie treedt het hongaarsche volk in de geschiedenis op; toch wordt ook nu nog geenszins door veleu van hen de zachte en kinderlijke inborst van 't herdersleven verzaakt.
Zoo'n soort van Menaleas, Damoetas of hoe ge hem anders wilt noemen, biedt de gravure op de achterzijde van dit nommer.
Tusschen berg en stroom, bosschage en grot, heuvel en beek, beemd en vallei, leeft hij stil en tevreden. Godsvrucht, ouderliefde, vriendentrouw, gastvrijheid, teêrhartigheid jegens zijn grazende kudde en zelfs