De ruïne van het kasteel Rochefort.
De bouwvallen van 't kasteel Rochefort, niet ver van 't stadje, dat denzelfden naam draagt, in de belgische provincie Namen gelegen, zijn ontegenzeglijk een der merkwaardigste ruïnen van kolossale, in hun tijd onneembare ridderburchten. Met verbazing staart de beschouwer thans op de reusachtige overblijfselen van de sterkte, die eens aldaar zich verhief. De vervallen torens, de muurbrokken van het slot staan op den top van een rots, die den verren omtrek beheerscht. Dreigend en ontzaglijk vertoonen zich nog die half verwoeste gevaarten, door de mokerslagen zoozeer gehavend, aan de verwonderde blikken van den bezoeker, vooral wanneer des avonds de maan haar bleek licht over de rots laat schijnen.
Tegenover die vervaarlijke steenmassa, thans zoo grillig van vorm, met klimop en varens wild begroeid, en bijna nog even hecht als het graniet, waarop zij rust; te midden van de stilte der schemering, terwijl de vage gloed door de scheuren en bressen der ruïne breekt en lange, breede schaduwen zich uitstrekken, gevoelt men zich wel eenigszins beklemd, maar smaakt daarom niet minder het heerlijke van den aanblik. Onwillekeurig rijst een gedachte op aan het grijs verleden, aan tijden, die ook voor ons als.in schemering gehuld zijn, toen dat nu verlaten slot gebouwd werd.
Wanneer dit kasteel, met recht Rochefort genaamd, eigenlijk gesticht werd, heeft men in de verhalen der kroniekschrijvers niet gevonden. Alleen is daaruit met min of meer zekerheid op te maken, dat de plaats Rochefort gedurende de middeleeuwen vooral van aanzienlijk gewicht was als de hoofdstad van het graafschap der Ardennen, terwijl haar kasteel de zetel was van die graven, die zulk een voorname rol speelden in de geschiedenis van België gedurende geheel de tiende eeuw.
De vorsten van Luik en de hertogen van Luxemburg hebben elkander dikwijls de suzereiniteit betwist over dit gebied, dat tusschen hun landen als geklemd lag.
In den tijd vóór het uitbreken der fransche revolutie van '93, die ook in België haar werking deed ondervinden, behoorde het gebied van Rochefort bijna volkomen tot het vorstendom Luik; slechts eenige dorpen erkenden het beheer van Oostenrijk, waaraan bij den vrede van Utrecht in 1713 de Spaansche Nederlanden vervallen waren.
Het oude slot was tot in 't laatst der middeleeuwen nog al gelukkig gespaard gebleven, het had echter veel te lijden van de beroeringen, die het land in de vijftiende en zestiende eeuw teisterden. Later waren de veroveringstochten van Lodewijk XIV, die zelfs tot in de Noordelijke Nederlanden voortrukte, zeer noodlottig ook voor het kasteel Rochefort; het werd, gelijk de meeste der sterkten in de Ardennen, op last van den veroveraar ontmanteld. Verscheiden jaren was het daarna de zetel van een fransch gouverneur, totdat het in 1697, door den vrede te Rijswijk nabij 's-Hage gesloten, weder aan zijn vorigen eigenaar terugkeerde.
In den aanvang der vorige eeuw gerestaureerd op kosten van den vorst van Luik, ging de burcht kort daarop over aan de familie der graven van Stolberg, die tijdens de revolutie van '93 dit hun domein onteigend zagen. Het werd als nagelaten bezitting van emigranten in 't openbaar verkocht en viel in handen van geldwolven, die het gebouw gedeeltelijk lieten sloopen en het brachten in den staat, waarin men het thans aanschouwt.