De Belgische Illustratie. Jaargang 5(1872-1873)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De visschersvrouw. Sinds uren en uren ziet moeder en kind Met angstig gemoed naar de zee. Woest bruisen de golven, wild buldert de wind, Vergeefs zoekt haar oog, dien haar harte bemint; Dat pijnigt en doet haar zoo wee. Hoe beiden bedroefd naar het hutje toe gaan, Dat eenzaam daar ligt aan de kust! Heb deernis doch biedt haar uw aalmoes niet aan; Dat waar eene schande den man aangedaan, Die ginder in 't blauwe graf rust. Scheld vrij haar een zeewijf. Doch eer haren moed, Die storm en gevaar overwint. Zij werkt tot ze er neêrvalt. Al druipt ook het bloed, Bij 't loopen aan 't strand, van haar spiernaakten voet, Zelf wint zij het brood voor haar kind. En keert zij des avonds vermoeid tot de rust, Dan zweert zij den doode nog trouw, Herdenkt vroeger dagen vol kommer en lust, Haar laatste gedachte is voor hem, die daar rust. - Houw en trouw is de hollandsche vrouw! J.v.d.B. Vorige Volgende