in 't kleine bootje op 't water dobberen, schijnen met den grooten lommerrijken boom op de nabijgelegen strook lands als zoovele meubelen, die door hun eenvoud geheel en al passen bij 't overige schoon, dat ons deze kunstelooze natuur te zien geeft.
De gravure van pag. 34 is genomen naar een schilderstuk van John Lewis Brown.
Hoewel Engelschman door geboorte, heeft deze schilder op franschen bodem zijn lauweren gewonnen, zoodat Frankrijk hem met eenig recht in de rij zijner kunstenaars kan rangschikken.
Meer dan eens heeft zijn penseel met succes tafereelen van het slagveld behandeld, waaronder vooral uitmunt een groep paarden op den avond van een veldslag.
Ook de graaf van Saksen met zijn gevolg is een oorlogstafereel, echter zoo vreedzaam, zoo min ijzingwekkend, dat men slechts het paard en den ruiter, die op den grond uitgestrekt liggen, weg behoeft te denken, om een wandelrit op een aangenamen Zomeravond voor oogen te hebben.
De grafelijke titel van het hoofd der kleine bende, de costumes van hem en zijn gevolg en de geringe sporen van verwoesting, spreken ons van de goede oude dagen, toen de ongelukkige moeders, van wier omhelzing de zoon naar het slagveld gesleurd werd, nog niet bij honderdduizenden geteld werden, en de vreeselijke vuurwapenen den grond nog niet met aaneengesloten gelederen van lijken bedekten.
Voorzeker de nazaten van den graaf van Saksen hebben andere slagvelden doorwandeld....
't Oude kasteel Gaesbeek is ongeveer op twee en een half uur afstands gelegen van Brussel, ter linkerzijde van den straatweg, die van deze stad naar Ninove leidt.
Gebouwd te midden van een zeer schilderachtig gelegen landstreek, is dit monument niet slechts opmerkenswaardig door de bekoorlijke natuur, die het omringt, maar vooral door den stempel der eerbiedwaardige oudheid, die het in zijn gansche bouworde vertoont, alsmede door de geschiedkundige herinneringen, welke het doorleefde.
Zijn stichting dagteekent van af 't begin van 't leenroerig tijdvak. Reeds in 1240 werd het kasteel zeer vergroot en versterkt, terwijl de heerlijkheid Gaesbeek zelve zich van lieverlede zoodanig uitstrekte en zulk een gezag verkreeg, dat zij in de vijftiende eeuw reeds honderd en zestig leenplichten telde, waarvan er zestien de rechten van volle leengoederen genoten.
Na gedurende eenigen tijd tot de domeinen der hertogen van Brabant behoord te hebben, kwam Gaesbeek omstreeks 't begin der 16e eeuw weder in handen der heeren van Abscoude terug. 't Was onder zijn laatsten bezitter, Sieger van Abscoude, dat een voorval plaats had, 't welk niet zonder gewicht is in de geschiedenis van Brabant en tevens met het kasteel Gaesbeek in nauw verband staat.
Sieger van Abscoude was zeer geldzuchtig en inhalig van aard en deze hartstocht berokkende hem ook een twist met de stad Brussel over het bezit van eenige landerijen. Everard van T' Serclaes verdedigde met alle kracht de rechten der stad tegenover de onbillijke eischen van Sieger. Toen de laatstgenoemde echter zijn plannen zoo goed als verijdeld zag, wist hij door een lage list den ridder op den weg van Lennick te lokken, waar hij hem door zijn handlangers zoozeer deed mishandelen, dat hij voor dood op den weg bleef liggen. De pastoor van 't naburig dorp Stalle vond Everard bloedend op den grond uitgestrekt en nog slechts even in staat om hem het gebeurde mede te deelen. Het lijk van den ridder werd naar Brussel gevoerd, doch zoodra was 't hier niet aangekomen, of er ging onder de burgers der stad een algemeene kreet op om wraak over deze gewelddaad te nemen. Nog denzelfden dag werd er een gewapende macht naar Gaesbeek gezonden. Slechts door een klein getal getrouwe dienaren omgeven bleef Sieger zich evenwel met hardnekkigheid gedurende een volle maand tegen de overmacht verdedigen. Eindelijk echter ondermijnden de belegeraars het kasteel, en de oude sterkte stortte met een vreesdijk geraas ineen, onder de puinhoopen zijn laatste verdedigers bedelvend.